551 tijd afgaande of wel in hun laatste verband wegens lichamelijke on gesteldheid voor den dienst afgekeurd wordende onder-officieren en manschappen eene premie te doen uitbetalen, ter plaatse waar zij zich vestigenals Aan een Europeesch onder-officier150, minderen 75, onder-officier van anderen landraadn 75, n mindere n n 50, Gewis zullen de opgegeven verbeteringen leiden tot groote uitga ven, zoodat ook aan besparing moet worden gedacht. Volgens onze meening is deze gemakkelijk te vinden, en wel uit de zoo hoog opgevoerde reëngagementsgeldenwelke nu voor het grootste gedeelte ergerlijk worden verkwistwaarvan dikwerf ziekten en nog andere en grootere onheilen de gevolgen zijn; door deze voor het tweede verband met 1/3 en voor de latere met de helft te vermin deren zou zeker al heel veel, zoo niet het geheel, gevonden zijn. Mei 1871. f 008 Discipline. Naar aanleiding der op blz. 264 vau dézen jaargang opgenomen //vingerwijzing" ontvingen wij een schrijven van een ge pensioneerd hoofdofficier, waarvan wij den inhoud ter kennisse onzer lezers wenschen te brengen. De schrijver wenscht in de eerste plaats krachtige ondersteuning van het gezag der chefs, vooral ook bij reclames; en wij zullen de eerste zijn om de noodzakelijkheid daarvan volkomen te beamen. Voorzeker zijn er tal van voorbeelden aan te halenal ware 't alleen maar omdat de hoogere chefs ook menschen zijn dat onge gronde reclames niet streng genoeg gestraft werden, en daardoor de zucht tot het voor de handhaving der krijgstucht zoo schadelijke reclameeren niet voldoende werd tegengegaan. Het door den geachten inzender in zijn schrijven aangehaald geval, n. 1. dat een onderoffi cier die met veertien dagen politiekamer gestraft werddaarover reclameerde en, door den hoogeren chef in'zijne klacht ongegrond bevonden, wegens oneerbiedigheid met slechts acht dagen politieka mer werd gestraft, kunnen wij echter niet aanmerken als een bewijs ten dezede straf, wegens oneerbiedigheid opgelegdbehoefde niet per se zwaarder te zijn dan eene vroegere, voor een zwaarder vergrijp ondergaan, en werd bovendien bepaald in verband met de anteceden ten en het straf-register van den klager.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 558