V A R I A. Over de vrijze van voorziening in de kleeding en uitrusting der officieren. In de 9lle aflevering van dit tijdschrift worden eenige bladzijden gewijd aan een denkbeeld omtrent de wijze, waarop de officieren van het Indische leger zich van kleeding en uitrusting behooren te voorzien, nu het officiers-kleedingmagazijn heeft op gehouden te bestaan. Het uitgewerkte en toegelichte ontwerp dier regeling draagt de blijken van nauwgezette overweging en van kennis van zaken. Gevolg gevende aan de mede daarin vervatte uitnoodiging, om onze meening nopens de besproken aangelegenheid te doen kennen en daardoor nadere gedachtenwisseling onder de belanghebbenden uit te lokken, zij het mij vergund, hieronder een paar opmerkingen ter zake mede te deelen. In de eerste plaats komt het mij voor, dat de administratie van de ontworpen inrichting bij groote deelneming der officieren te uit gebreid zal worden, indien de inrichting op ééne plaats wordt ge- centraliseerd. Hoewel de voorgestelde hoofdcommissie te Batavia uit zeven per sonen zal bestaan, die zich een secretaris tevens thesaurier zou den toevoegen, zoo zal toch al het schrijfwerk door laatstgenoemden persoon dienen te worden gedaan. De werkzaamheden van dezen zullen veel omvattender zijndan voorheen die van den magazijnmeester van het officiers-kleeding magazijn; deze deed niets anders dan in ontvangst nemen, verstrek-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 651