93
•voorschriften" op den slechten weg wordt geleid; dat hier, ten
aanzien van de soldaten, een regeeringsbeleid wordt gevolgd, "dat
rden stempel draagt van onverstand en ongerechtigheid." Deze ge
volgtrekking waartoe de recensent in den Nieuwe militairen Spectator
geraakt is en, bij gemis aan kennis van de toestanden bij het Iu-
disch leger, na lezing der beschouwingen van den oud-Indischen
militair, ook wel geraken moest, is volkomen onjuist. De soldaat
wordt hier goed, verstandig, menschkundig behandeld, en wanneer
hij desondanks den slechten weg opgaat, is dat aan hem-zelven
te wijten.
Wij zouden er prijs op stellen, zoo onze boven medegedeelde be
schouwingen meer in Nederland bekend werden, dan in den regel
met de voortbrengselen van de Indische pers plaats vindt. Want
wij herhalen hier hetzelfde wat reeds vroeger in het militair tijdschrift
(jaargang 1871 bl. 209) en ook boven door ons is gezegd: Wan
neer de positie van den soldaat bij het Nederlandsch-Indische leger
bij het volk in Nederland naar waarheid bekend was, dan zouden
wij nooit gebrek hebben aan Nederlandsche soldaten van energie
en goed gedrag.
Batavia, Januari 1872.