96 Ik ben alzoo niet in de gelegenheid geweest, om in dit opzicht iets anders te leeren, dan hetgeen dienaangaande in verschillende militaire geschriften vermeld staat. Na terugkeer van Helder besloot ik even naar Brielle te gaan, om daar het aanwezige torpedo-materieel te gaan bezichtigen. Het ongunstige weder en de omstandigheid, dat de eenige voorradige barkas in reparatie was, maakten het raadzaam, mij vooreerst daar toe te bepalen, ook omdat ik dan intusschen in de gelegenheid zijn zou, al het op dit gebied geschrevene eerst nog eens aandach tig na te gaan. Ik keerde daarom naar den Haag terug, alwaar ik mij tot den 22sten ook nog onledig hield met de bezichtiging van de zoo keurige en wel voorziene modelzaal der marine en van de gieterij van brouzen geschut. In de laatste zag ik o. a. vier bronzen kanons getrokken, van 12 voor Indië bestemd, vormen en daarna ook gieten. Aangezien het mij bekend was, dat in de laatste jaren weieens bronzen geschut naar Indie was gezonden, waaraan gebreken voor kwamen diebij eene letterlijke opvatting van de keuringsvoor schriften strikt genomen tot afkeuring hadden moeten leiden hetgeen tot moeilijkheden en zelfs tot terugzending naar Nederland had aanleiding gegeven, vermeende ik op de groote wenschelijkheid te moeten wijzendat voortaan in de Nederlandsche keuringsbescheiden betreffende die gebreken speciaal zou worden vermeld, dat zij naar het oordeel van deskundigen niet tot verwerping van den vuurmond behoefden te leiden. De officieren der gieterij vermeenden, dat dit in den vervolge ook wel zou geschieden. Vernomen hebbende, dat vermoedelijk in de eerste dagen van Juni te Helder eene springproef zou plaats hebben met de aldaar het vorige jaar, in November, in het Schulpengat gelegde slapende mijnbegaf ik mij ter bekoming van nadere bepaalde inlichtingen den lsfceQ Juni van mijne woonplaats weder naar den Haagalwaar ik intusschen het kanon van 21 c. m. te Scheveningen zag opstellen en eenige proeven met eene verzwaarde granaat-kartets al® bijwoonde. Met dit projectiel, wegende 5.7 pd., zijn tot dusver, evenals met de ver zwaarde granaat van 1.85 pd. die reeds aangenomendoch nog niet ingevoerd is bij eene lading van 0.7 pd. gunstige 'resultaten verkregenen de vuurmond schijnt ook daartegen bestand. Niettemin zijn velen met ons veldgeschut niet tevredenen wordt door hen aan het Pruisische stelsel de voorkeur gegeven. Ook in Zwitserland is dit het geval, en houdt men zich aldaar reeds sedert

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 103