97 lenigen tijd bezig met de beproeving van een bronzen achteriaad- ;anon van het kaliber van 8.4 c. m., voorzien van de sluiting Broad- rell, wegende 4-32 pd., met een projectiel van 5.6 pd. en 0.8 pd. lading, ioewel het nog onzeker is, of de bestaande Nederlandsche affuit voor dien vuurmond voldoende sterk zijn zalwas eene onlangs aldaar aanwezige Nederlandsche commissie zoozeer met dat kanon ingenomen, dat zij vermeend heeft, het gerustelijk te mogen aanbe velen; en het schijnt in de bedoeling te liggen, dat materieel ook bij ons te beproeven. Wegens de belangrijke meerdere zwaarte is het echter te betwijfelen, of daarvan eventueel ook voor Indië zou kunnen worden partij getrokken. Niettemin heb ik het niet overbodig geacht, van het voren staande met een enkel woord melding te maken. Aangezien in de bovenvermelde springproef te Helder onverwacht eene belangrijke vertraging ontstond, besloot ik de gelegenheid te benutten, om intusschen naar Amsterdam te gaan, alwaar ik de oefeningen met de voorradige slapende en electro-schokmijnen bijwoonde. Het daar aanwezige materieel uitvoerig beschreven zijnde in de ver schillende mededeelingen betreffende het zeewezen, teeken ik dien aangaande alleen aandat men met de aldaar in gebruik zijnde zware electro-schoktorpedo's met groot voelrad verbeterde carette zeer is ingenomen, en deze op het ondiepe en rustige water als het Y, ongetwijfeld weldoch voor onze zeegaten zeker niet te gebruiken is. Men zeide mij dan ook, dat er door de marine tot dusver slechts naar gestreefd was om de bedoelde torpedo voor de stelling van Amsterdam van lieverlede te verbeterenterwijl daarentegen de ar tillerie rusteloos is voortgegaan, te trachten eene electro-schoktor- pedo te vinden, die ook in onze zeegaten voldoet, waarin zij ook, naar mijne meening, eerst kortelings zeer voldoende is geslaagd. Eerlang zouden proeven genomen worden met eene in eene sla pende mijn aangebrachte torpedo-verklikker van de vinding van den heer Keiser, waarvan de inrichting vooralsnog geheim moest worden gehoudendoch waarvan men geene groote verwachting scheen te hebben. Voorts benutte ik mijn aanwezen te Amsterdam, om, in gezel schap van de H.H. leden van het koninklijk instituut van inge- nieurs, de marine-établissementen te bezichtigen. Onder vele andere zeer belangrijke zaken zag ik daar twee ramschepen in aanbouw, het op nieuw pantseren van een monitor, het buigen van pantser platen, het vervoeren van een monitor, wegende 40 ton, enz. 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 104