98 Den 15^™ Juni keerde ik naar den Haag terug en woonde daar sedert de proeven met het kanon van 24 c. m. te Scheveningen bij, v, aarbij ik tevens in de gelegenheid wasmet het onlangs naar In die uitgezonden instrument, den chronograaf van Le Boulengé, te zien werken; hetwelk, hoewel eenvoudig van samenstelling, toch eene vrij groote mate van oefening in de behandeling vereischt. Bedoeld zwaar kustkanon juist dezer dagen uitvoerig beschreven zijnde, en aangezien men in Indië nu wel de teekeningen daarvan zal hebben ontvangenzoo vermeen ik mij te mogen bepalen tot de mededeeling, dat op het tegenwoordig standpunt van de weten schap wanneer men niet verplicht wil zijn vooraf eene reeks van belangrijke en zeer kostbare proeven te doenen men zich te vreden stelt met een kanon, dat in staat is, op 1500, wellicht tot 2000, el pantserplaten van 0 15 a 0.18 el, en, tot 800 elvan 0.20 el te doorborenmen wel niet beter doen kan dan zoowel vuurmond als affuit ook voor Indië als model aan te nemen. Evenals men dit ook hier voornemens is, zal echter de affuit moeten worden ontdaan van de dubbele stelschroef, die niet voldaan heeft, en eene eenvoudige inrichting moeten worden aange bracht tot het nauwkeurig en spoediger geven van de gewenschte élévatie. Voor opstelling in kazematten zou natuurlijk eene lagere affuit moeten worden geprojecteerd. Aangezien Nederland thans eerst 23 van die vuurmonden heeft en de behoefte op 84 geraamd wordt, zoo zal er nog wel een ge ruime tijd verloopeneer eene bestelling voor Indië kan worden gedaanen hoewel nu vooreerst nog wel geene zwaar gepantserde vloot in Indië te duchten is, zoo komt het niettemin dringend noodig voor, enkele dezer vuurmonden op Java te bezitten, nu toch eindelijk ook in Nederland erkend isdat de 30-® r ook zelfs tegen de lichtst gepantserde vaartuigen geheel onvoldoende is (zie o. a. den //Militairen Spectator" van 1870). Wanneer men in zijne verwachtingen niet wordt teleurgesteld, denkt men in Nederland ook nog de van eene bronzen kernbuis voorziene ijzeren kanons van 80 en 60 ffi tot kustgeschut te be stemmen, namelijk op 'korte afstanden en tegen lichte pantseringen. Hiervan kan echter voor Indië wel geen sprake zijndaar alleen de transformatiekosten meer dan f 500,per vuurmond bedragen, terwijl eene geheel nieuwe 30-tgev slechts/840,aan fabricatie kost. Omtrent de getrokken mortieren, waarmede in de laatste jaren in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 105