104- Ook ik had, wijzende op het koopstelsel, die wetten en bepalin gen op het oog; daarvan echter meer in 't bijzonder 't blijkt uit mijn geheele opstel de lijfstraffen. Met die straffen nu, meenen wij, dat het koopstelsel der rangen wel degelijk in verband staat. 't ls toch vrij natuurlijkdat hij, die zijnen rang gekocht heeft, al zeer spoedig genegen zal zijn, om te gelooven, dat hij ook een zeker recht van eigendom kan doen gelden op de soldaten, waarover hij voortaan bevel zal voeren. Met andere woorden, hij zal die soldaten beschouwen als wezens, behoorende tot eene verre beneden hem staande kaste, en van af dat standpunt tot aan de meening, dat die zoo geheel van hem verschillende mannen alléén door slagen kunnen geregeerd worden, kan de afstand niet groot zijn. Bij het koop stelsel der rangen passen dus de lichaamsstraffen volkomen, waarom zij ook in de legers der overige Europeesche statenvóór dat daar het koopen der rangen was afgeschaft, even streng als in Engeland werden toegepast. Behalve dat; nog onlangs heeft lord Lawrence in het lager huis gezegd: //Niemand, die achter de schermen gekeken heeft, zal loochenen, dat 't moeielijk zou wezen, in tijd van nood be kwame officieren te vinden. Het is de menschelijke natuur zoo laat hij er op volgen dat een man, die voor geld zijne be trekking en bevordering kan koopen, zich daarvoor niet zooveel studie en moeite zal getroosten, als wanneer hij beide moet winnen door kennis en bruikbaarheid. En het succes van Harer Majesteits legers moet hoofdzakelijk afhangen van eene nauwlettende keuze van officierenmeer bijzonder voor de hoogere rangen." Maar juist die menschen, die zich niet veel moeite en studie willen getroostenzullen er tegen op ziente pogenden soldaat te leeren kennen in zijn karakter, goede en kwade eigenschappen en behoef ten om hemden minder beschaafden mangebruik makende van die verkregen kennis, op te leiden en bruikbaar te maken. Voor hen dus de kat met negen staarten, als het meest afdoende en ge makkelijkste middelom den soldaat te doen gehoorzamen aan hunne luimen en inzichten. 2°. Dat ik de beschouwing van den heer Haus over het in arrest stellen van reclamanten niet gevat heb, is mogelijk; maar dat zulks blijkbaar zou zijn uit hetgeen in het opstel van den geachten schrijver omtrent dat onderwerp wordt aangevoerdben ik zoo vrij te betwisten. De heer Haus zal toch moeten erkennendat het moeielijk is, iemands

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 111