106
in arrest zooals thans gebruikelijk is. Overigens wil ik met het voren
staande volstrekt niet zeggen, dat de opvatting, als zoude de wet
gever met de uitdrukking in arrest blijven of zich daara begeven,
arrest in de arrestkamer bedoeld heeft, hoezeer die opvatting ook
moge indruisen tegen de begrippen van den tegenwoordigen tijd
niet de ware is.
3°. Ook na kennis te hebben genomen van de opheldering van
den heer Haus, meen ik nog altijd, dat het aanhalen der door mij
bedoelde missives van het legerbestuur wenschelijk ware geweest.
4°. Met genoegen zag ikdat de heer Haus met mij instemt
daar waar het geldt de uitgestrektheid der macht, welke in het 17c
der Pruisische krijgsartikelen aan den meerdere tegenover den in
verzet komenden mindere wordt toegekend.
5°. Gaarne erken ik, dat ik een zeker verband heb gezien tus-
schen het //op de hoogte van den tijd blijven der Engelsche militaire
wetten" en hetgeen omtrent het nog met volle gestrengheid in de
gelederen van het Engelsche leger heerschen van stok en roede ge
zegd wordt. Ik' meende daaruit te mogen afleiden, dat de wijze,
waarop daar met de kat gewerkt wordt, al wil de heer Haus haar
volstrekt niet aanprijzen, toch ook geenszins zijne afkeuring wegdroeg.
Het woord //voorliefde" heb ik echter niet gebruikt. Wel heb ik
gezegd, dat ik juist van iemand, zoo veelzijdig ontwikkeld als hij,
niet had verwacht, dat hij de rietslagen zou trachten te verdedigen,
door aan te toonen, dat ze elders nog veel strenger worden toegepast
dan bij ons. Thans, na kennis te hebben genomen van de bijdrage
van den heer Netschervoeg ik er bijdat de heer Haus mijns
inziens, ten blijke van zijne onpartijdigheid, niet kwaad zou gehan
deld hebben, wanneer hij uit evengenoemd stuk, behalve het ijzing
wekkend verhaal van de wijze, waarop de straf van slagen in 1825
werd uitgevoerd, ook had overgenomen:
a. dat Sir Charles Napier (volgens den heer Netscher met Sir
Henry Hardinge in 1852 de bekwaamste generaal in Engelschen dienst)
reeds in 1837 in eene door hem uitgegeven brochure het ondoelma
tige, wreedaardige en ongelijk drukkende eener straf van 2- a 300
geeselslagen betoogde en die straf liefst geheel afgeschaft wilde hebben,
terwijl ook de tweede der genoemde generaals de vermindering van
het te geven aantal slagen tot een maximum van 200 toejuichte;