114
eene diepte van 5™.; op lm. 1 neemt die diepte langzamerhand toe
totdat zij over eene lengte van 0m- 6 eene standvastige diepte heb
bende eerste trek van 5mm. 4 en de andere trekken van 6mm. 4.
Door de mindere diepte van de onderste trek zal het projectiel gecen
treerd zijn terwijl door de grootere diepte van het achterste gedeelte der
trekken het projectiel zonder bezwaar in den vuurmond kan gebracht
worden en, bij het doorloopen van het voorste gedeelte der ziel,
met de nokken in de trekken geforceerd wordt.
Op het kanon zijn twee richtlijnen aangebrachteen boven op den
vuurmond en evenwijdig met de as der ziel, de andere ter linker
zijde voor de opzetstangdie een dwarsarm met richtkoker heeft tot
het geven der correctie voor de derivatie.
De geheeie vuurmond weegt gemiddeld 14500 kilo.
De .gesmeed-ijzeren affuit met raam is geheel nieuw geprojecteerd.
Elke zijwang bestaat uit twee ijzeren platen, die op eenen afstand
van 0rn. 16 aan elkander vastgeklonken zijn, waardoor eenjiol lichaam
van 0m. 184 dikte ontstaat; de beide zijwangen zijn te zamen ver
bonden en worden op den bepaalden afstand evenwijdig van elkan-
der gehouden door een gegoten ijzeren voorkalf, een opsluitbout
en een stelkalf. In het midden van het stelkalf is het gat voor
een bronzen stelschroefmoerde elevatie wordt gegeven door een
dubbele stelschroef, waarvan de schroefdraden tegen elkander in
loopen; in de bovenzijden der zij wangen zijn, in daartoe gemaakte
uithollingenbronzen tappannen vastgeklonken. De affuit loopt over
het raam op vier gegoten ijzeren rollen, twee voor- en twee achter-
rollen; deze laatsten hebben aan hunne as eene excentrische inrich
ting, waardoor de affuit of met de zij wangen bf met de rollen op
het raam kan rusten. Bij het in batterij brengen wordt het excen
trisch gedeelte der achter-as naar beneden gebracht; daardoor komen de
achterrollen onder de zijwangen te voorschijn en met het raam in
aanraking, het achterste gedeelte der affuit wordt hierdoor tevens
een weinig opgelicht, de affuit komt alsdan ook op de voorrollen
te staan, waardoor de zijwangen geheel buiten aanraking met het
raam komen. De affuit, alsnu op de vier rollen staande, zal alzoo
van zelve het onder 6° helling geplaatste raam kunnen affoopen;
daarna worden de rollendoor het excentrisch gedeelte naar boven
te brengen, buiten werking gesteld en rust de affuit met dezijwan-
gen op het raamwaardoor het recul belangrijk verminderd zal zijn.
Dit recul wordt bovendien nog gematigd door een remtoestelwaar
bij wrijfplaten tegen de zij wangen gedrukt worden.