DE NOODZAKELIJKHEID DER VERPLAATSING VAN DEN BESTUURSZETEL. In afwachting van de gelegenheid, om in dit tijdschrift meer algemeen over het verdedigingsstelsel van Indië te handelen eene gelegenheiddienaar wij vertrouwenzich niet lang meer laten wachten wenschen wijook naar aanleiding van hetgeen daarom trent in den laatsten tijd geschreven is, in eenige beschouwingen te treden over de noodzakelijkheid, om de verplaatsing van den zetel van bestuur in Indië reeds in vredestijd te doen geschieden. Bij de behandeling der koloniale begrooting voor 1872 heeft de Minister van Koloniën deze kwestie voor het oogenblik ter zijde gesteld, door te zeggen, dat aan de verplaatsing van den bestuurs zetel zoo groote kosten verbonden waren, dat niemand zich nog aan eene berekening daarvan had gewaagd, en dat, op dezen grond, van hem, Minister, geene voordracht in dien geest te wachten was. Wij meenen ons althans te herinneren de gegevens ontbreken ons, oin de door den Minister gebezigde woorden letterlijk weer te geven dat Zijne Excellentie in dien geest haar gevoelen heeft kenbaar gemaakt. Of wij nu juist de woorden des Ministers terug geven, doet hier overigens ook niets ter zake, omdat wij niet den Ministermaar een denkbeeld bestrijden willenonverschillig door welke autoriteit of hoe dit is geuit. Ku meenen wij al dadelijk iii het midden te moeten brengen, dat, naar onze meening, de conclusie niet zeer logisch mag heeten. Hoe toch kan men //op grond der groote kosten" van een maatregel afzienzoolang niemand nog die kosten geraamd heeft Hoe weet 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 128