men dandat die kosten zóó groot zijn, dat zij een maatregelhoe nuttig ook, zouden moeten doen verwerpen? Wij, voor ons, zien dan ook niet in, dat de kosten zoo verbazend zouden wezenen stellen ons voorstraks eenezij het dan ook globale, berekening van kosten te leveren, waaruit, naar onze meening, voldoende zal blijken, dat zij geen bezwaar tegen de verplaatsing van den bestuurszetel, zoo die overigens blijkt noodig te zijn, behoeven op te leveren. Vooraf echter eenige beschouwingen over de noodzakelijkheid dier verplaatsing. Ware zij niet noodzakelijk, dan zouden de uitgaven, daaraan besteed, hoe luttel ze ook mochten wezen, onnut en dus te hoog zijn. Onze beschouwing ten deze moet zich noodwendig in twee deelen splitsen: 1° omtrent de vraag, of verplaatsing der regeering in tijd van oorlog noodig is, en 2° of, zoo ja, die verplaatsing dan tot den oorlogstijd kan uitgesteld worden of dat zij al dadelijk behoort te geschieden Is verplaatsing der regeering in tijd van oorlog naar de binnen landen van Java noodzakelijk? Ter beoordeeling van dit punt is het in de eerste plaats een ver- eischte, dat men zich rekenschap geve van den bestaanden toestand. Die toestand is, dat men thans in oorlogstijd voor de verdediging van Java over niet veel meer dan 20.000 geoefende manschappen zal kunnen beschikkenen dat het hoofdbestuur der kolonie is ge vestigd in eene niet versterkte zeeplaats, die dus voor een vijand, die een ernstigen aanval onderneemt, open ligt. Men make zich geene illusion. Ook zelfs wanneer geheel Java door een spoorwegnet is bedekt, zal het, bij de sterkte van ons leger, die, naar wij gelooven, ook om financieële reden voor geen groote uitbreiding vatbaar is, onmogelijk zijn, eene zoo sterke macht voor Batavia af te zonderen dat die plaats, zonder beduidende ver dedigingswerken, tegen een overmachtigen vijand (en overmachtig zal hij voorzeker zorgen, te zijn) te verdedigen is. Geheel Java te ontblooten van- troepen ten behoeve van Batavia, is in ieder geval onmogelijkzoowel in het belang der handhaving van ons gezag als overheerschers van millioenen menschen, als omdat men dan ook onze, voor de verdediging uitstekendestellingen in het binnenland aan eene kleine afdeeling van 's vijands macht zou prijs geven. Men zou 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 129