5
de militaire school te Meester-Cornelis van de zeven daarbij geplaatste
officieren (een majoor-directeur en zes luitenants) voor de opleiding
van ruim honderd onderofficieren moet worden gevorderd, terwijl,
voor de opleiding te Breda van nog geen honderd kadets, volgens
het officiersboekje van 1871 niet minder dan zes en dertig officieren
en burgerleeraren zijn aangewezen, dan kan ook in dit opzicht, bij
vergelijking van het Nederlandsche met het Indische leger, het ver
wijt van gebrek aan zuinig beheer voorzeker niet het laatste treffen.
De opsomming van bovengenoemde tien punten, die wij gemak
kelijk zouden kunnen vermeerderenen waarbij wij o. a. nog zouden
kunnen wijzen op de onvermijdelijk in Indië hoogere uitgaven voor
troepen- en officierslogieszal naar onze meening wel voldoende zijn
om aan te toonen, dat, zoo eene militaire bégrooting van ruim 20
millioen nog betrekkelijk hoog schijnt, men, bij vergelijking der
begrootingen van Indië en Nederland, die som van twintig millioen
veilig met een paar millioen kan en moet verminderen. Doet men
dit, en stelt men dan tegenover elkander:
Indië.
Permanent onder de wapens circa 29000 officieren en volkomen
tot den oorlog uitgeruste manschappen a f 18,000,000
Nederland.
Een voorzeker minder groot, doch ons niet bekend aantal gemid
deld onder de wapens blijvend personeel h 14,000,000,(de
oorspronkelijk door den minister voor 1872 ingediende begrooting
bedroeg f 14,651,900,latere cijfers zijn ons nog niet bekend);
stelt men die cijfers, zeggen wij, tegenover elkander, en voegt men
daarbij de wetenschap, dat, zooals boven is gezegd, het leven in
Indië onvermijdelijk duurder is dan in Nederland, dan gelooven wij
voor den oppervlakkigen lezer, die slechts op de eindcijfers wil let
ten, reeds voldoende aangetoond te hebben, dat het Indische leger,
bij vergelijking met het Nederlandsche, zeer zuinig beheerd wordt.
Wij zullen thans, om die bewering nader te stavenenkele détails
van de Indische legerinrichting in beschouwing nemen.
Waarin zou, //in 's Hemels naam", verkwisting bij het leger gezien
kunnen worden
Voorzeker toch niet in de formatie! Op een officierskorps van
1350 hoofden heeft het leger 3, zegge drie generaal-officieren. Het
wapen der infanterie, dat, naar wij stellen, circa 900 officieren telt,
bezit niet meer of minder dan vier kolonels. Zoo zouden wij kun-