125
eerst na vernietiging van onze strijdkrachten dus wanneer toch
geen behoud van Java meer mogelijk is bereiken ban. Juist in
oorlogstijd is het handhaven van ons prestige dringend en dubbel
noodig, en die handhaving is niet mogelijk, indien de geheele regee
ring dadelijk door den vijand of ingeslotenof gevangen genomen
kan worden.
Verplaatsing van den bestuurszetel is dus met het oog op den
oorlog bepaaldelijk noodzakelijk. Men zou die noodzakelijkheid
onzes inziens dan ook alleen kunnen ontkennen, indien men van
meening mocht zijn, dat geen vijand ooit Java zal begeeren. Zoo
danige meening te bestrijden zon ons te ver voeren en is ook niet
noodig, nu zoowel de organisatie van het leger dat anders veel
kleiner kon zijn als de voortzetting van den bouw van verde
digingswerken zooals de kustbatterij van Tjilatjap de bewijzen leveren,
dat die mee: ing ook bij het opperbestuur en de volksvertegenwoor
diging met der daad niet bestaat. Wanneer zoodanige stelling al
eens werd vooropgezet, zou ongetwijfeld geen deskundige haar als
ernstig gemeend beschouwen.
Wij zouden het geleverd bewijs voor de noodzakelijkheid der ver
plaatsing in tijd van oorlog nog nader kunnen stavendoor te wijzen
op de verschillende militaire autoriteiten, die haar bij hunne be
schouwingen over het verdedigingsstelsel steeds op den voorgrond
hebben gesteld van den Bosch, van der Wijck, de Stuers, Co-
chius, von Gagern, de Hertog van Saxen-Weimar enz.doch het
autoriteitsgeloof is, vooral in zaken van verdediging, waaromtrent de
beschouwingen in de laatste 20 jaren .zoozeer zijn gewijzigd, veel
verzwakt en we kunnen dus volstaan met de mededeeling, dat in
het, in 1853, dcor den Koning vastgesteld verdedigingsstelsel mede
is gerekend op de verplaatsing, '/tijdig en tijdelijk"; d. i. Axis alleen
in oorlogstijd, en zoodra een aanval te wachten is.
Verplaatsing, zij het dan tijdelijk of definitief, is dus noodig.
Dit moet algemeen erkend worden; men ziet dan trouwens ook dat,
in den laatsten oorlog in Europade zetel des bestuurs van Eraukrijk
naar Tours werd verplaatst zoodra Parijs bedreigd werd. En Batavia,
als zetel van bestuur, wordt natuurlijk dadelijk bedreigd als de
oorlog uitbreekt.
De vraag is dus nu slechts: moet die verplaatsing reeds in vredestijd
geschieden, of kan zij tot het uitbreken van den oorlog worden
uitgesteld
a