129 is thans West-Java. Dit is een dualisme, dat ten verderve Jean leidenen over welks bestendiging men zich misschien te laat zou beklagen. Ons leger is niet groot genoeg, en zal dat ook nooit v/orden, om, ook bij het bestaan van spoorwegen, geheel Java te verdedigen. Het is zeer noodig, eindelijk te breken met de traditievestiging aan de zee en midden in de moerassen. In stede van het voorbeeld onzer voorvaderen moeten wij nu betere voorbeelden, b. v. die der Eugelschen in Britsch-Indiëgaan navolgen. Onze voorouders waren geen meester in het binnenland, maar zij waren meester ter zee. Voor hen, die ongestraft een bezem inden mast konden voeren en Ostende voor oogen hadden, was de vesti ging aan zee niet alleen goed, maar zoowel het militair en het politiek, als het handelsbelang dwongen hen daartoe. Voor ons, die niet kunnen verwachtenooit weder eene zeemogendheid van den eersten rang-dit toch zou noodig zijn te worden, voor ons is vestiging in het binnenland eene levenskwestie. Niet alleen echter de belangen der verdediging eischen, dat wij ons, meer dan tot dus verre, in het binnenland zetelenin de hooge en koele bergstreken, waar ons de frissché, versterkende berglucht tot een nieuw leven opwekt; waar de vruchtbare oorden zijn, die op ontginning wachten; waar de rijke oogsten voor de wereldmarkten gewonnen worden; waar men uitgestrekte welgronden, heerlijkhelder bergwater vindten waar de plaats is voor rijkeweelderige vee stapels. Dadr is gezondheid, leven en arbeidzaamheidaan de strand plaatsen vindt men daarentegen een gevoel van afmatting, malaria en bleeke gezichten. De statistiek van het leger bewijst dan ook, dat in het binnen land niet hall' zooveel soldaten sterven als aan de stranden, en voor de troepen is reeds legering in gezonde bergstreken als beginsel aangenomen. Zou dit voor ambtenaren, die een ongezond bureau leven leidenminder noodig zijn Wij gblooven het nieten de bewijzen zijn daar om onze bewering te stavenbij een drukken werkkring, zooals b. v. die van den directeur van binnenlandsch bestuur, is liet te Batavia niet vol te houden. Het eenigst bezwaar tegen vestiging binnen" slands bestaat in de moeielijker communicatie. Dit bezwaar is niet groot, omdat Java een langw.ejpigen vorm heeft en men nergens ver van de stranden verwijderd is; maar het zal geheel verdwijnen door den aanleg van spoorwegen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 136