131
afziet. Dat die kosten hiertoe geen motief hunnen geven, hebben
wij getracht boven aan te toonen.
De Minister zocht, zoo lezen wij verder,//te vergeefs naar gissingen
zelfs omtrent het bedrag, dat noodig zoude zijn om het Gouverne
ment, al de bureaus en instellingen, die thans te Batavia zijn
gevestigd, naar die localiteit over te brengen en naar gegevens tot
oplossing van de vraag, hoe voorzien zoude worden in de behoefte
aan woning voor het zoo talrijk personeel, bij het hoofdbestuur
werkzaam. Niemand schijnt zich aan die berekening te hebben
durven wagen."
Eene niet te laag, naar wij gelooven, gestelde gissing naar het
vereischte bedrag hebben wij boven geleverd. Wij merken daarbij,
wellicht ten overvloede, nog op, dat niet alle instellingen van Ba
tavia ben' even verwijderd te wordenmaar alleen die, welke een deel
uitmaken van de Hooge regeering. Zoo kan men b. v. het Hoog
Gerechtshof, den Baad van Justitie, de gevangenissen, de zieken-
inrichtingen enz. enz. gerust te Batavia laten blijvenimmers zoolang
geene vernieuwing noodig is en de verplaatsing dus bijzondere uit
gaven zou vorderen.
Wat de behoefte aan w oning betreft voor het personeel wanneer
de verplaatsing van den bestuurszetel, zooals ook niet anders kan,
geleidelijk, b. v. in tien jaren, geschiedt, is er geen twijfel aan of
de particuliere industrie zal wel voor woonhuizen zorgen. Het per
soneel is thans, behoudens betrekkelijk geringe uitzondering, te
Batavia ook niet van Gouvernementswege gehuisvest; dit zou te
Kedong Kebo evenmin noodig zijn; des noods behelpt men zich
voorloopig, evenals op vele buitenposten, met temporaire woningen.
Eindelijk zegt de Minister nog het volgende, en dit verdient onze
bijzondere aandacht:
//Wanneer men nu het oog vestigt op den tegenwoordigen poli-
tieken toestand, en wanneer men let op hetgeen in den tegenwoor-
digen tijd gevorderd zoude worden tot eene militaire expeditie, die
veroveringen in het verre oosten ten doel zoude hebben, dan ligt
bij den ondergeteekende de conclusie voor de handdat het gevaar
voor buitenlandsche aanvallen geenszins van dien aard is dat men,
om het te ontgaan, zijne toevlucht zou moeten nemen tot een maat
regel van dien omvang en beteekenis als de verplaatsing van den
hoofdzetel des bestuurs; een maatregel, waarvan niemand de kosten
durft begrootenEen daartoe strekkend voorstel heeft men van den
ondergeteekende althans niet te verwachten."