Wellicht zoekt de kolonel Weitzel de verkwisting in de tracte
menten der officieren of in de soldijen den mindere militairen?
Voor de laatste willen wij eenvoudig naar de tarieven verwijzen;
wie, na inzage van deze, niet overtuigd is, dat bij de soldijen althans
geene verkwisting plaats heeftdie is niet te overtuigen. De soldijen
zijn hier zelfs zóó bekrompendat bij veel zwaarder dienst en meer
dere behoefte hier, een sergeant-majoor in Nederland beter betaald
is dan zijn collega in Indië.
De tractementen der officieren gaarne hadden wij deze buiten
bespreking gelaten. Wij hadden ons gevleid, dat de diensten, door
het Indisch leger waaraan Nederland het bezit en het rustig behoud
dezer koloniën te danken heeft sints een tal van jaren en voort
durend bewezen, reden genoeg zouden zijn geweest om, zonder aan
drang van de zijde der belanghebbenden, in werkelijk bestaande be
hoeften te voorzien. Dat behoefte aan tractements-verhooging bestaat,
wordt door ieder, burger of militair, erkend; alleen niet door de
Indische regeering en den tegenwoordigen minister. Mag men toch
den Java-Bode van 10 October jl. gelooveu, dan zijn de voorstellen,
door den legerkommandant tot verbetering dier tractementen gedaan,
door den minister van koloniën afgewezen. Het feit, dat door den
kommandant van het leger die bij zijn optreden wees op de nood
zakelijkheid om de belangen van het leger en van de personen te
toetsen aan de eischen van de schatkist enzooals wij dagelijks
kunnen waarnemen, de belangen van deze niet uit het oog verliest
zoodanige voorstellen zijn gedaanzou voor menigeen al een bewijs
zijn, dat tractements-verhooging noodig was. Ook in Nederland is'
dit erkendheeft nietbij de behandeling van het nieuwe voediugs-
tarief in de Tweede Kamer, de afgevaardigde de Koo van Alder-
werelt voorgesteld, een half millioen voor de verhooging der tracte-
menten van de Indische officieren te bestemmen, en heeft niet daarop
de minister van koloniënde Waaltoezeggingen gedaan, die menigeen
onzer luchtkasteelen hebben doen bouwen? In parenlJiesi teekenen
wij hierbij aan, dat sedert noch een minister, noch een afgevaar
digde die toezeggingen in herinnering gebracht heeft, hetgeen, 'tzij
met allen eerbied gezegd, ons vertrouwen in de belangstelling der
S regeeriugslichamen in Nederland ten onzen opzichte niet heeft kunnen
verhoogen.
Het kan dan ook geene verwondering baren, dat menig officier
van het Indisch leger dikwijls denkt: vSi le Hoi le savait Onze
geëerbiedigde Koning, die steeds toont, het Indisch leger hoog te