154 Legioen van Pakoe-Alam a. Staf. 3 offic. b. Infanterie .18 en 405 ond. offic. en c. Kavallerie 25 Totaal 22 - 430 Barisan a. van Bangkalan I. Groote staf 8 offic. II. Infanterie 24 III. Pionniers IV. Artillerie V. Kavallerie Totaal b. van Soemanap I. Groote staf 5 offic. II. Infanterie 22 III. Pionniers 4. IV. Artillerie 4 V. Kavallerie 4 Totaal .39 en 1010 ond. offic. en manschappen. 4 80 4 168 61 44 1619 en 847 ond. oflic. en manschappen. 164 169 61 1241 c. van Pamakasan I. Groote staf 2 offic. II. Infanterie 8 n en 256 ond. offic. en manschappen. III. Artillerie 4 60 Totaal 14 316 V ergelijkt men deze cijfers met die van de Vaynes van Brakell, toetst men hare waarde aan de eischenwelke een de lloo van Al- derwerelt voor de Indische zeemacht stelt en neemt men daarbij den toestand van s lands geldmiddelen in aanmerking, dan is het hier wel, dat men met de riemen moet roeien, die men heeft. Zal dit mogelijk zijndan behoort er in de allereerste plaats eene goede samenwerking tusschen leger en vloot te bestaan. Hoe was echter die samenwerking soms hier in Indië Er zijn er, die spreken, dat in sommige gevallen de marine boven de landmacht werd gesteldweer anderen hebben in openbare ge schriften verkondigd, dat de vloot, ten koste der landmacht, stief moederlijk werd behandeld. Wie zal in deze twisten de gekozen 1 n rr n 4 v

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 161