160
datals eerste groet aan zijn vaandelhet geweer presenteerde.
Na voorlezing van de uitreikingsoorkoude door den generaal von
Kritter, hield von Wedell, ook als oud-kommandant van het 61e re
giment, eene kernachtige toespraak, waarbij de heilige plicht van
onkreukbare trouw aan het vaandel in herinnering werd gebracht.
Onder muziek en een donderend Jioerahder troepen nam nu
de banier van trouw, moed en krijgsmansdeugd zijne plaats te
midden van dezen in, waarna de plechtigheid met het defileeren der
troepen eindigde.
Men zou ziende blind en hoorende doof, moeten zijnom niet
te bespeuren, dat de zeer materiëele strekking der denkbeelden van
dezen tijd ook reeds op den echt-militairen geest en op de denk
wijze van het Indisch leger haren verderfelijken invloed heeft uitge
oefend. Het is onnoodig, hierover verder uit te wijden; maar ik
moet er dadelijk bijvoegen, dat, gelukkig, in ons roemvol en dapper
leger ook nog menig oud en jong hart voor het vaandel en voor
zijne eer warm klopt. Dezen althans zullen met welgevallen met
bovenstaand, uit de Illustrirte Zeitung van 18 November 1871
vertaald, verhaal kennis maken. Juist in omstandigheden als die,
waarin het 2e batailion van het 6D regiment zich den 23st™ Janu
ari 1871 bevond, blijkt op heerlijke wijze wat die moreele factoren
in den oorlog kunnen uitwerken, en hoezeer een "vaaudelgeloof"
tot heldendaden en overwinningen moet leiden. Dat dit geloof aan
het vaandel, als het symbool van eer en van trouw aan den Vorst,
ook bij ons steeds levendi? blijve
H.
Januari 1872.
Hen Generale staf voor het Indisch leger. De schrijver van
een, in de maand December 1871 over dit onderwerp in het Bata-
viaasch Handelsblad opgenomenartikel had de beleefdheidons hiervan
een overdruk te zenden, en verzocht ons, zijn opstel nog in het
Militair tijdschrift op te nemen.
Tot ons leedwezen zijn wij buiten staat, aan deze uitnoodiging
gevolg te geven; de beschikbare ruimte in het tijdschrift gedoogt
niet, daarin opstellen te plaatsen, welke een groot gedeelte onzer
lezers reeds langs anderen weg onder de oogen zijn gebracht.
Wij moeten ons dus bepalen tot eene aankondiging van het ge-