Swieten; van mannen die, gelijk die Generaal, toen zij nog inacti
viteit en dus verantwoordelijk en aansprakelijk warenwèl ruimschoots
in de gelegenheid zijn geweest, doch geene enkele poging zelfs hebben
gedaanom afschaffing der rietslagen als disciplinaire straf bij het
leger te erlangen en dusdoende wijziging te brengen in eenen toe
stand dien zij eerst afkeuren en als omnenschelijk brandmerken
nadat zij niet meer in activiteit, en dus niet meer verantwoordelijk
en aansprakelijk zijn.
Met den heer Nierstrasz zijn wij het volkomen eens, dat het
voor personendie uit den aard hunner positie of betrekking worden
geroepen- om een oordeel te vellenof beslissende maatregelen voor
te stellen of te nemen ten aanzien van het Indische leger Z. M. de
Koning, de Ministers en leden van de beide Kamers der Staten-
Generaal en de Hooge Indische Regeering beter is, niet te veel
waarde te hechten aan de mededeelingen en adviezen, mondeling of
in geschrifte, van mannen die sedert lang gepensioneerd zijn: maar
veeleer aftegaan op de mededeelingen en adviezen van den Opper-
officier, die nog in werkelijkheid met het kommandement over het
leger is belast, en die dus daarvoor nog verantwoordelijk en aanspra
kelijk is. Men moet vertrouwen stellen in den man wien men het
bevel over het Indische leger toevertrouwt, zoolang men hem in dat
bevel laatdoch hem onverwijld in het kommandement vervangen als
men hem wantrouwt. Men bedenke toch, dat voorzeker niemand
meer belang heeft bij de voor het leger te nemen maatregelen, daarin
meer rechtstreeks betrokken is en daarvan meer de gevolgen moet
dragen dan juist de persoon, die als Kommandant van het leger fungeert,
niet zij, welke bereids als zoodanig zijn afgetreden.
Eindelijk vragen wij met welken naam moet men bestem
pelen het karakter van den Generaal van Swietendieen te recht,
op bladzijde 24, insinuatiën die een blaam, roerpen op anderen
wraakt en ongepast noemt, doch zich niet ontziet, gelijktijdig,
gedeeltelijk vragenderwijze, maar niet zelden ook op zeer stelligen
toon, insinuatiën, die voor anderen hoogst kwetsend moeten zijn
zonder bewijs, in grooten getale ter neder te schrijven in zijn opstel'
dat eigenlijk, voor een ieder die met oordeel weet te lezen, niets
anders is dan eene doorloopende acte van beschuldiging tegen de
laatste kommandanten van het Indische leger en tegen alle daarbij
thans dienende officieren? Immers de Generaal van Swieten verklaart
hen allen achtervolgelijk voor kortzichtigenongenoegzaam ontwik
keldendie den soldaat niet goed behandelen; die in het opleggen
176