J 78 en, terecht, bezorgdheid deed ontstaau voor de instandhouding van den echten militairen geest in het leger; dat die neiging afkeuring verdiende, zelfs dan wanneer de beoor deeling der feiten op waarheid steunde, omdat het een vergrijp tegen de krijgstucht is, zich over de handelingen zijner meerderen onver genoegd te toonen, of tegen de strafwet, indien men zijne meerderen met woorden beleedigt; dat de zaak erger wordt, wanneer de drukpers wordt misbruikt, om een tal van onwaarheden te verspreiden en bij de minderen wantrouwen in hunne meerderen te verwekken dat het strijdig is met de militaire eer, wanneer jeugdige en begaafde officieren hunne geestvermogens afstompen op het naamloos verspreiden van laster en leugenwanneer zij over hunne chefs lieoordeelingen openbaren, waarop deze zich niet mogen verdedigen; dat het eene schande is, zoo weinig zorg te hebben voor de eer van hunne wapenbroeders, voor de eer van het gansche Indische leger; eene schande, aldus verkeerde neigingen den teugel te vieren, mede te werken aan de ontbinding der krijgstucht, aan de verzwak king van die eenigste macht, dien hoopvollen steun, waarmede het gezag moet worden geschraagd dat wij in Indië uitoefenen, wellicht de onheilen moeten worden geweerd, die niet lang geleden een naburig rijk hadden geteisterd; dat elke stap die gedaan wordt, om door betweterij het vertrouwen op het hooge gezag te vermindereneene schrede is op den weg, om ook het vertrouwen op eigen krachten te verzwakken dat het van het hoogste gewicht werd geacht om die schadelijke eu berispelijke neiging van die onvoorzichtige» tot zwijgen te brenge^ eu daartoe de medewerking werd ingeroepen van alle officieren en en onder hen van alle goedgezinden Heilzame wenken! die wij echter liever gedrukt, bij openbare dag- of legerorder, dan geschreven, bij eene zeer vertrouwelijke circulaire, aan het leger hadden zien verkondigen, omdat die wenken ten allen tijde toepasselijk ziju, en het onvermijdelijke lot der circu laires is, alras na hunne uitvaardiging, onder de vele andere stukken in de archieven te worden begraven eu vergeten, en dus slechts een tijdelijk, doch, wegens hare spoedig volgende algeheele onbekendheid, geen duurzaam nut kunnen hebben, terwijl de gedrukte dag- eu leger-orders immer onder de oogen blijven. leeriiicjen wekken, maar voorbeelden trekked, zegt de Generaal van Swieten in zijn opstel over de rietslagen, maar bij ziet voorbij,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 185