11 Vooreerst ziet men ook in de Europeesche staten eene zucht tot het sloopen van schadelijke vestingende tijdenen daarmede de begrippen over defensie in verband met de thans gebezigde aanvals middelen, veranderen. Om ons tot Nederland te bepalen; de bijlage A (Het vesting- dogma) der brochure van den kolonel Weitzel toont aan, dat men daar, thans nog, volgens de meening van sommigen, te veel aan vestingen hecht en er te veel geld voor uitgeeft. Hier, daarentegen, heeft men met die verouderde denkbeelden reeds sedert 1860 voor goed gebroken. Wanneer men in Nederland eens optelde, hoeveel geld in de laatste dertig jaren is besteed om van de na 1815 gebouwde Bel gische vestingen niet te spreken aan defensiewerken, welke sedert zijn afgebroken, ingestort of van onwaarde verklaard, dan zou men, gelooven wij, ook tot een bedrag van meerdere millioenen geraken. Bovendien: het vestingstelsel voor Java, aanvankelijk in Neder land beoordeeld en daar vastgesteld, werd later op nieuw door een Neclerlanclsch generaal-officier (von Gagern) in beoordeeling genomen, en op diens advies in 1853 gearresteerd. Kan men het dan aan Indië of aan de Indische officieren wijten, zoo thans rationeeler be grippen omtrent de defensie worden gehuldigd en de beslissing van 1853 nu wordt afgekeurd? Maar ware het nu al, dat men, lange jaren geleden, op roeke- looze wijze geld aan vestingen had '/vermorst"'; wat bewijst dit dan voor het tegenwoordige? In de laatste jaren is nergens anders ge werkt aan vestingwerken, dan alleen aan de haven van Tjilatjap, waarvan de versterking door aile deskundigen zonder onderscheid noodig wordt geoordeeld. En de sommen, daarvoor jaarlijks besteed, voldoen voorzeker ook aan de strengste eischen van zuinigheidze bedragen weinig meer dan één ton gouds per jaar. Is er een ver wijt te doendan kan het alleen dit zijndatdoor gemis aan be schikbare gelden, de bouw der kustbatterijen te Tjilatjap veel te lang duurt, zoodat men, zoo doorgaande, nog in lange jaren niet gereed zal zijn. Na al het boven verhandelde kunnen wij thans gemakkelijk gera ken tot de conclusie: dat wij niet kunnen begrijpen, hoe het in 's Hemels naam in de hersenen van den schrijver kon opkomen, te bewerendat men in Indië geen zuinigheid moet zoeken. Want de kolonel Weitzel lean toch wel niet bedoeld hebben, dat de administratie bij de inrichtingen en korpsen van het leger in nauw-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 18