183
deze vierledige straf voor dezelfde overtreding mogelijk makende,
is bij besluit van den 31 Augustus 1870, No. 21 ingetrokken en
dus niet meer van toepassing. Om echter te doen zien waartoe het
gebruik van den rotting leiden kon(wij onderschrappen) "vermelden
wij nog, dat van 18581863" (dat is gedurende den tijd de Ge
neraal van Swieten het bevel voerde over het Indische leger'/naar
luid van dat besluit, met de 2e klasse en slagen gestraft zijn 95
Europeanen en 544 Inlanders, in 1867 en 186S 13 Europeanen
en 199 Inlanders."
Daarna vermeldt de Generaal van Swieten, op welke wijze het
straffen met. rietslagenals disciplinaire straf, is geregeld voor het
Nederlandsche leger, en roept die Generaal eindelijk uit:
"Men ziet, dat men daartoe in het Nederlandsche leger niet zoo
spoedig overgaaf (wij onderschrappen) '/als in het Indische."
In de eerste plaats constateeren wij, dat de Generaal van Swieten
hier bekend maakt, waartoe het gebruik van den rotting leiden nkon\
en dus iets, wat hij-zelf erkent thans niet meer te bestaan. Ware
het, in verband daarmede, niet oprechter geweest, het woord «over
gaaf van het tegenwoordige en bestaande in het verledene te wijzigen
en dus te schrijven vroeger overging'"?
Ten anderen merken wij op dat het doel der rietslagen bij het
leger, niet eenig en alleengelijk uit het schrijven van den Ge
neraal van Swieten moet worden afgeleid maar slechts gedeeltelijk
is, om slechte sujetten door slagen tot goede soldatente maken,
evenmin als de wetgever door de dood- kruiwagen- en tuchthuis-straf
fen eenig en alleen heeft beoogd slechte sujetten tot goede menschen
te maken
Eindelijk constateeren wij, dat de Generaal van Swieten, wel al
het gruwelijke en onmenschelijke erkent van de viervoudige straf,
welke krachtens het Gouveruements-besluit van 28 Januari 1842,
No. 1, voor ééne overtreding moest althans kon worden opgelegd,
maar dat hij, Generaal, desniettemin, gedurende de vier jaren hij het
bevel over het Indische leger heeft gevoerd, dat is van 1858 t/m.
1862, en niettegenstaande hij-zelf vermeldt er gedurende dat tijdvak
ook zeer vele rietslagen te dezer zake aan de militairen zijn gegeven
volstrekt geene stappen heeft gedaan, om de machtiging der Indische
Itegeering te provoceeren ten einde dien gruwel te doen ophouden
eeue machtiging, welke de Generaal van Swieten zoo hij ze gevraagd
haddegewis zoude hebben verkregen onder het bestuur van Ministers
van Koloniën en van Gouverneurs-Generaal, onder welke laatsten de