184 heer Baron Sloet van de Beele, van wie te verwachten was, dat zij ongetwijfeld tot afschaffing der rietslagen bij het Indische leger zouden hebben medegewerkt, indien de Generaal van Swieten daartoe de noodige voorstellen had gedaaneene machtigingwelke echter eerst is verleend zie de Algemeene order No. 127 van 1870 bij 's Oouvernements-besluit van 31 Augustus 1870, No. 21, op de vertoogen van den Luitenant-Generaal Kroesen, den toeumaligen en actuëelen Legerkommandant, door wien tevens werd bepaald i dat de buiten den voorgeschreven rayon opgevatte militairen niet meerzoo als tot daartoe het geval" was, geconsigneerd mogen blijven tot dat het opvatloou zoude zijn terugbetaald. Vindt men in dit feit niet het meest afdoende leioijsdat de thans bevelvoerende Kommandant en de officieren van het Nederlandsch- Indische leger, een rechtmatigen afschuw hebben van onbillijkheden, onmenschelijkheden en van rietslagen bij dat leger, en dat zij wen- sehen, niet alleen, maar ook niet in gebreke blijven de noodige voor stellen aan 11 oogerhand te doen, om de rietslagen te beperken tot de, voor de handhaving van orde en tucht bij het leger volstrekt onvermijdelijke, gevallen van noodzakelijkheid? Volgt, uit dit voorbeeld van plichtsbetrachting en humaniteit van den kommandant van het Indische leger, voor de boven dezen ge stelde machten in het staatswezen niet de verplichting, om vertrou wen te stellen in de adviezen van dien kommandant en van de chefs bij het leger, waar zij zich vooralsnog handnekkig blijven verklaren tegen de afschaffing van de rietslagen als disciplinaire straf bij de korpsen van het leger? Kan, waar feiten als de door ons vermelde spreken, in billijkheid, in redelijkheid worden aangenomen, dat de zelfde autoriteiten, op wier vertoogen de rietslagen zijn afgeschaft als straf bij rayons-overschrijding, buiten dringende noodzakelijkheid of uit kortzichtigheid zouden aandringen op hun behoud voor de in de 2e klasse van discipline bij de korpsen en de bij het strafde- tachement te Klatten geplaatstedoor de gewone straffen niet te beteugelen soldaten //In Nederland" zegt de Generaal van Swieten in zijne noot op bladzijde 6 van zijn opstel //heeft het slaan zelden plaats. Men zendt de onverbeterlijke!) liever weg met een briefje van ont slag." Wij kunnen den Generaal de verzekering gevendat de officieren van het Indische leger dit laatste almede gaarne zouden zien; het middel wegzending van de onverbeterlijke!! met een briefje van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 191