185
ontslag is zeker zeer eenvoudig. Het zoude echter en dit
weten de officieren van het Indische leger zeer goed en ongetwijfeld
de Generaal van Swieten nog beter een middel zijndat hoogst
kostbaar zoude zijn voor den staat, en vele soldaten opzettelijk aan
leiding zoude geven om zich allerslechtst te gedragen en vele straffen
te beloopen, met het doel om alzoo, lang vóór dat het aangegaan
engagement was volbrachtte worden ontslagen uit een dienst, waar
in -de Generaal van Swieten erkent het zelf hen aanvankelijk
veel tegenstaat en zij noodwendig groote teleurstellingen van hoog
opgevoerde en overspannen illusiën moeten ondervinden. Om die
en nog vele andere redenen gaat men bij het Indische leger er niet
toe over om de zich slecht gedragende militairen met een briefje
van ontslag uit het leger te verwijderen, dan nadat alle mogelijke
middelen tot eriauging van beterschap ook zelfs rietslagen
vruchteloos zijn beproefd en in den regel ook niet dan nadat het
loopend verband is volbracht.
Eu omdat men in Indië weet, dat misbruik van sterken drank
bij het Europeescle gedeelte der mindere militairen de hoofdoorzaak
is van de straffen van het kwaad bij het militaire leven in de
garnizoenenheeft de Ivommandaut van het leger bij algemeene order
No. 52 van 1871 alle de onder zijn bereik gelegen wettige midde
len beproefd en aangegeven, om dat euvel tegen te gaan.
De Generaal van Swieten erkent ook, dat de dronkenschap en
liet misbruik van geestrijke dranken de rijke bronnen van straffen»
ook der rietslagen, zijn bij het Europeesche gedeelte van het Indische
leger, en geeft, op bladzijde 24 en volgende van zijn opstel, eene
breedvoerige omschrijving van hetgeentijdens hij was bekleed met
de functie van Gewestelijk Militairen Kommandant ter Sumatra's
Westkust, op zijnen raad, en onder den invloed van zijne hooge
sympathie, in dat kommandement is verricht, door het oprichten
van afschaffings-vereenigingenenz. om dat kwaad te beteugelen en
van de hoogst gunstige resultaten dier vereenigingen.
»De door ons beschreven vereeniging" aldus vervolgt de Gene
raal van Swieten op bladzijde 26 //kwam, na ons vertrek van
Sumatra, in kwijning en het vroeger onzedelijke leven nam weder
een aanvang. De militaire chef, die ons verving" de Generaal"
majoor A. Meis, sedert overleden //had andere beginselen en ging
van het dwaalbegrip uit, helaas! door te velen gedeeld, dat de
militaire autoriteiten zich niet hebben in te laten met de zedelijke
vorming en het zedelijk leven hunner ondergeschikten buiten de