188 Dronkenschap in het leger. De 1P aflevering voor 1872 van het Tijdschrift voor Nederlandsch- Indië wordt geopend met een artikel van den generaal van Swieten, vroeger kooimandant van het Nederl.-Indisch leger, over de rietslagen bij die armee, welke gelegenheid Z. Exc. tevens aangrijpt om zijn oude liefde een vereeniging tot afschaffing van sterken drank in het leger, nogmaals te herdenken en in de welwillende protectie van alle leger-autoriteiten aantebevelen. Het leger, vooral het Europeesch gedeelte van het leger waarover de generaal uitsluitend handelt, voimt een te talrijk en te be langrijk gedeelte der Indische maatschappijdan dat het niet de plicht van ieder lid dier maatschappij zou mogen geacht wordenom van alles wat dat staatslichaam betreft kennis te nemen en mede te werken tot alles wat in het welbegrepen belang er van kan verricht worden. Nu is, zonder twijfel, dronkenschap een tamelijk algemeen euvel van onze Euro- peesche mindere militairen en daar zij de vruchtbare bron is van veel kwaadde ijverige aanvulster der strafkamershospitalen en kerkhoven de voorgangster voor krijgsraden en executie-pelotons, zoo is ieder, die naar zijn beste vermogen werkzaam isom die ramp te bestrijdenden lof waardig van allen die het met het legermet de maatschappij met de menschheid wél meenen. Die lof komt, onzes inziens, den generaal van Swieten ten volle toe; hij heeft steeds ijverig en eerlijk getracht de dronkenschap te bestrijden en het zedelijk gehalte zijner ondergeschikten te verbeteren, en heeft hij, vooral van zijn strijd tegen de dronkenschap weinig resultaat gezien, dit doet aan zijn eerlijke goede bedoelingen niets te kort. Het moet echter gezegd worden: de wijze waarop hij als gou verneur van Sumatra's Westkust de dronkenschap bestreedkon geen goeden uitslag opleveren. Er werd namelijk onder het voorzitterschap van den kommandant van het 15" bataillon infanterie en onder de algemeen bekende sanctie van den generaal gouverneur der kust, een vereeniging tot afschaffing van sterken drank opgericht, waartoe alle Europeanen in het gouvernement konden toetreden, tot welke toetreding algemeen aanmaning werd gedaan, terwijl gelijktijdigom de deelname te bevordereneen stelsel van beloonen en straffen werd ingevoerd, waarin het bezitten of niet bezitten van een bewijs van lidmaatschap de stimulans was. Dwingt ze om in te gaan, was de leus van den president en hierin werd door hem sterke hulp gevon den bij den hoogsten gezaghebber, ongetwijfeld uit overtuiging van de heilzaamheid van den maatregel, maar met geen ander gevolg dan dat de toepassing dier leus steeds hebben moet, namelijk het doel in schijn te bereiken, maar er wezenlijk verre van te blijven. Wij hebben in die jaren ter Sumatra's Westkust den lande gediend en warenuithoofde van lagere maatschappelijke positie en groote bewegelijkheid, ongetwijfeld beter in staat dan de gouverneur, om de werking van het afschaffingsstelsel gade

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 195