191 hij te Padang geplaatst was onder den Generaal van Swieten, de militaire kantines te Willetn I eigenmachtig te splitsen in lokalenafzonderlijk voor hen die wèl en voor hen die geen sterken drank gebruikten, het eene zoo onaangenaam- het andere zoo aangenaam en weelderig mogelijk ingericht en tevens, even eigenmachtig als onbevoegd daarbij de strenge bepaling te makenen zelfs maatregelen te nemen om te zorgen voor de stipte uitvoering van zijnen last, dat de sterken drank gebruikende militairen volstrekt niet mochten komen in het lokaal, uitsluitend voor hen bestemd, die hadden verklaard geen sterken drank te zul len gebruiken. De kolonel Boelhouwer, deswege ter verantwoording geroepen, beriep zich op hetgeen hij te Padang had gezien ouder het bestuur van den Generaal van Swieten en meende volkomen te hebben gehandeld in den geest van dien Generaal, toen reeds kom mandant van het leger. Op machtiging van den Kommandant van het leger dus van den Generaal van Swieten en overeenkomstig het advies van den toenmaligen kommandant der 2e militaire afdee- ling op Java nu wijlen de Generaal-majoor C. A. de Brauw werd de kolonel Boelhouwer uitgenoodigdzijne bovenbedoelde maat regelen en bevelen in te trekken, waaraan, natuurlijk, onmiddellijk werd voldaan. Gelijktijdig werd ontvangen eene circulaire van den kommandant van het leger, waarbij deze, in ervaring gekomen dat enkele chefs de bedoelingen van het militair departement, betreflende het indee- len van de militairen in categoriënoverschrijdendoor de niet in de eerste categorie geplaatste militairen te beschouwen als meer of min onwaardige voorwerpen,-het noodig achtte, te dien opzichte eenige nadere wenken te geveno. a. ook om de in de tweede categorie geplaatsten niet te vernederen en als het ware gelijk te stellen met de zeer berispelijke soldaten der klasse van discipline. In November 1861 werden door den Generaal van Swieten de Bepalingen, betredende eene splitsing der onderofficieren en manschap pen van het leger in twee categoriën, geheel buiten werking gesteld. Vinden wij in die feiten geene genoegzame redenen om ons re kenschap te geven van de gronden, waarop de Generaal Meis en zoo vele andere officieren, de afschaffings-vereeniging te Padang aan zich- zelve overlieten P Wij moeten het er zelfs voor houden, dat de Generaal van Swieten, als Kommandant van het leger, nopens de afschaffings-veree- uigingen andere denkbeelden heeft gekoesterd dan hij tijdens zijn bestuur als civiel en militair Gouverneur van Sumatra's Westkust had.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 198