13 in hun kommandement houden," enz. Soortgelijke bepalingen vindt men in de instructie voor de kommandanten der militaire afdeeliiwen op Java (art 10 en 11) terug. De aard der te houden inspectiën blijkt uit de instructie, bedoeld bij Alg. Order 1846 No. 4 6. De bemoeienis de territoriale kommaiidanten schaadt dus in geenen deele aan de zelfstandigheid der korpschefs deze alleen hebben in hun korps te bevelen, en de waarheid is dan ook, dat, na de be trekking der eerstgenoemdengeen schooneregeen zelfstandiger werkkring aan te wijzen is dan die van kommandant van eeu veld- bataillon in Indië, onverschillig of er op dezelfde plaats meer dan een bataillon in garnizoen ligt. Batavia, Samarang, Soerabaja en "Willem I met Banjoe-Biroe zijn de eenige garnizoenen in Indië, waar meer dan één bataillon infanterie vereenigd is; op de drie eerst genoemde plaatsen zijn, zooals wij reeds boven aanstipten, afzonder- 1- lijke plaatselijke kommandanten; te Willem I wordt deze functie vervuld door den kolonel, kommandant der infanterie aldaar, die voor den afdeelings-kommandant optreedt, dus ook als inspecteur. In alle andere garnizoenen wordt de betrekking van plaatselijke kom mandant, evenals andere functiën, door den hoogst in rang zijnden troepenofficier waargenomen. De plaatselijke kommandant heeft, als zoodanig, niets te zeggen in het inwendige der korpsen; hij zorgt uitsluitend voor al wat den garnizoensdienst betreft. Onder die andere functiën, waarop wij zoo even doelden, behoort voor den oudsten troepenofficier, in alle garnizoenen buiten de vier genoemde, ook de betrekking van militairen kommandant. Ook als zoodanig heeft hij niets over de oefening en het huishoudelijke der korpsen te bevelen; hij treedt in die functie alleen op om de troepen der verschillende wapens van het garnizoen gezamentlijk te oefenen en in tijden van gevaar aan te voeren, en verder in al die gevallen, waarin één persoon moet optreden om het militair gezag te verte genwoordigen of te doen gelden. Deze functie van militairen kom mandant wordt op de drie hoofdplaatsen van Java vervuld door den afdeelingskommandant; te Willem I door den kommandant der infanterie. Uit het bovenstaande blijkt eenigszins de cumulatie van verschillende betrekkingen bij het Indisch legerwaarvan bovenbij de bespreking der organisatie, met een enkel woord werd gewaagd, en welke, naar wij meenen, den kolonel Weitzel op een dwaalspoor heeft gebracht. In hoeverre nu de in Indië bestaande toestand zooals wij die boven in korte trekken schetsten in Nederland navolgenswaardig O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 20