Een detachement van 1 officier en 75 minderen van land- en
zeemacht werd bestemd om Panka Djene gedurende de afwezigheid
der andere troepen te bewaken.
In den vroegen ochtend van 6 Augustus marcheerde de kolonne,
met inachtneming der noodige voorzorgsmaatregelen, af. Een gewezen
regent en eenige zijner volgelingen, benevens een paar personen, die
als gidsen moeten fungeeren, vergezelden den troep; al spoedig na
den afmarsch sloot de Gouverneur zich met eenig gevolg daar ook
bij aan.
Na een klein eind den grooten weg te hebben gevolgd, moest,
na het doorwaden der rivier van Panka Djene, dwars door droge
rijst- en hooge alang-alang-velden en ongebaand terrein de marsch
worden vervolgd, waarbij bijna altijd man voor man achter elkaar
moest worden gemarcheerd.
Eene drooge rivier met zeer steile oevers, en wier bedmetgroole
en kleine steenen gevuld was, werd met moeite gepasseerd. Geen
levend wezen was opgemerkt geworden. Eindelijk werden twee on-
gewapenden in de verte ontdekt; de controleur Bensbach zette hen
na en bracht hen bij de kolonne. Uit hunnen mond werd vernomen,
dat Kraïng Bonto-Bonto zich aan den voet van het gebergte van
Toeroekapaija versterkt had, en dat ieder, die zich in de nabijheid
waagde, zijn gevangene was.
De vijand werd op 2000 a, 3000 man geschat. Ergens hooger
in het gebergte had hij zich nog eene versterking gemaakt.
Meer konden of wilden die twee menschen niet vertellen.
Na eene rust werd weder behoedzaam geavanceerd en een terrein,
dat door de vele rotsen en steenen, waarmede het bedekt was, groot
oponthoud veroorzaakte, met zeer veel inspanning gepasseerd.
Zoo wat om acht uur was de kolonne aan eene wel golvende, doch
anders niet zeer moeielijke vlakte genaderd, en voegden zich de juist
van Segerie aangekomen hulptroepen onder den controleur Koks bij
de kolonne.
Men had nu het gebergte in het gezicht. Op een der kale toppen
wapperde eene vlag.
De kolonne, die in drie hoofddeelen ingedeeld wastwee kolonnes
namelijk van de land- en zeemacht, waarbij alleen munitie en am
bulance, en eene derde, waarbij de reserve-munitie en de vivres,
stelde zich hier achter eene terrein verhooging in positie; de beide
eerste kolonnes naast elkaar in linie, de derde op eenigen afstand
daar achter. Een boschje lag links vooruit. De marine onderzocht
204