205
dit en vond het onbezet. Nog een weinig geavanceerd zijnde, werden
op een der heuvels, aan den voet van het gebergte, eenige gewapenden
opgemerkt, die met hunne geweren schenen te schermen en te zwaaien.
Hun getal groeide steeds aanhunne bewegingen werden steeds
drukker en levendiger; eindelijk kon men bij de kolonne het joelen,
schreeuwen en uittarten der opstandelingen hooren.
Het gebergte had aan deze zijde zeer steile hellingen.
De door de oproerlingen ingenomen positie gaf aan dezen kant
de eenigste toegang naar boven. Volgens verklaringen van hen, die
zeiden hier bekend te zijn, bestond er in den geheelen omtrek geene
gelegenheid om in het gebergte te komen dan na twee of drie goede
marschdagen.
Daar had de kolonne den vijand nu vóór zich. Hoe sterk hij
was kondoor het dicht geboomte waarmede het gebergte van be
neden tot boven bedekt wasniet nagegaan worden. Die sterkte
was dan ook minder noodig te weten; doch ook 's vijands hoogere
positiën waren niet waar te nemen. Het gebergte en het bosch in
moest het, meer dan waarschijnlijk zeer moeielijk en gewis door den
vijand nog moeielijker gemaakt, pad naar boven leiden.
Toeroekapaija beteekent zooveel als de moeielijke, ruige helling,
zooals een der gidsen vertelde, of de helling met hindernissen.
Aan eene verkenning van dat pad viel niet te denken. Zou de
kolonne hier werkeloos blijven Zoude zij den vijand aanvallen Hoe
onbekend ook met het te beklimmen pad, moest tot het laatste be
sloten worden. De minste soldaat haakte daarnaar. De vijand tartte
hem te zeer uit. Er was niets anders op te vinden, als in front
maar te avanceeren. Eene tirailleurlinie zwermde uit, en avanceerde;
enkele schoten werden door een paar tirailleurs gedaan. Deze werden
dadelijk door den vijand beantwoord; van uit de bezette positie en
het hooger gelegen geboomte werd de rook der schoten gezien. Een
der vijandelijke projectielen bereikte nog de kolonne. Nu 'en dan
vloog er echter een kogel of een 9tuk ijzer uit lilla's of donder
bussen over de hoofden der tirailleurs heen.
De vijandelijke positie werd op 90 0 a 1000 pas van de tirailleurs
verwijderd gerekend.
Het vijandelijk vuur scheen hoofdzakelijk op den rechtervleugel
gericht te zijndaarom deed de kolonnekommandant de linie en
ook de kolonne links aan schuiven, en, na nog wat te zijn gea
vanceerd liet hij eene frontverandering met den linkervleugel voor
waarts makenom meer evenwijdig aan 's vijands stelling te komen,