Het bivak was betrokken. Iedereen was dood moe en uiterst afgemat. En tocher moest gewaakt en goed gewaakt worden Buiten de facen van het carré werden behoorlijk sterke wachten uitgezet, die tot de opkomst der maan, omstreeks half elf uur, een zeker aantal schildwachten uitsteldenna dien tijd werd het getal schildwachten verminderdzooveel als de veiligheid dit toeliet. Om het uur werden de wachten afgelost, waartoe de facen behoorlijk afgedeeld warenzoodat de afkomende wacht de plaats innam der opkomende, en dus het carré gesloten bleef. Alles was op eenen mogelijken overval gereed, ieder had zijn geladen geweer naast zich; een mortier met lichtkogel geladen, de brandende lont er naast, werd door de brave kanonniers en hunnen luitenant (Kerrebijn) bewaakt. De vijand was echter blijdat hij den nacht ongestoord mocht laten voorbij gaan. Van eenen aanval kwam dus niets. In dat carré werd evenwel niet gerust, hoe moede ook iedereen was. De kolonnekommandant en zijne twee onderhebbende komman danten waarbij de brave Gouverneur Bakkers zich voegdebespra ken hier, wat verder te doen was. De kolonnekommandant, op wien toch de geheele verantwoordelijkheid rustte, sprak van den anderen morgen op nieuw aan te vallen; zoo kon de zaakmeende hij, niet blijven. Dit laatste werd door de andere heeren beaamd, doch tevens aangetoond, dat een hernieuwde aanval op het hoogste plateau niets baten zoudeniet alleen omdat de troepenals zij eens tot zoo ver gekomen zouden zijneven afgemat wezen zouden als iu den afgeloopen dag, maar ook omdat bedoeld plateau, zoolang het bezit er van verdedigd werd, niet te beklimmen was. Hoewel de kolonnekommandant een en ander moest toegevenviel het hem echter meer dati hard, zulks te erkennen. De verzekering, die de Gouverneur Bakkers evenwel gegeven had dat de troepen en officie ren hunnen plicht ja meer dan dien vervuld hadden en dat hij er voor instond, dat het Gouvernement over het op den afgeloo pen dag verrichte meer dan te vreden zou zijn, deed in overweging nemen, wat verder gedaan moest worden. De Gouverneur zou door de bevolking en de hulptroepen de toe gangen tot Toeroekapaija doen bezettenopdat aan de opstande lingen toevoer van levensmiddelen enz. van onze zijde geheel belet werdhet verblijf der krijgsmacht werd daardoor overbodig in deze streek. Op die verzekering werd dan dien avond beslotenden volgen- 214

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 221