lé
nooit sprake't zijn uitsluitend Jcaclers, ten behoeve van het administra
tief en disciplinair beheer van hen, die daar in suisistentie zijn.
Afzonderlijke depots, ook onder een anderen naam, hebben wij niet
wèl isom steeds over enkele geheel geoefende veldbataillons te kunnen
beschikken, in elke afdeeling één veldbataillon als recrutenbataillon
aangewezend. i. als korpswaarbij zooveel mogelijk de Europeesche
en Inlandsche recruten worden ingedeeld.
Het spreekt van zelf, dat, met het niet bestaan van depots op
Java, ook de op het wèl bestaan daarvan gegronde beschouwingen
des schrijvers in duigen vallen.
Ten slotte nog een enkel woord over de magazijnen. //Op Java
zoo zegt de schrijver heeft men voor 13000 man drie groote ma-
gazijuen; men heeft dus één magazijn voor nog minder hoofdendan
de sterkte van één regiment infanterie bedraagt."
Ook deze redeneering staat, naar onze bescheiden meening, op
een grondslag, die niet juist mag heeten.
De schrijver stelt toch de zaak voorals of het aantal manschap
pen den maatstaf voor het aantal magazijnen aangegeven heeft.
Niets is minder juist: behalve het algemeen, tevens afdeelings-
kleedingmagazijn te Batavia hebben wij, om ons, evenals de schrij
ver, tot Java te bepalen, afdeelingskleedingmagazijnen te Samarang
en Soerabaja. De naam geeft het aanhet zijn magazijnen voor
de le, 2e en 3e mil. afdeeling op Java; elke afdeeling heeftonver
schillig hoeveel troepen in die afdeeling aanwezig zijn, haar eigen
magazijndat voorziet in de verschillende behoeften van alle wapens
en dienstenmet uitzondering van wapening en 't geen hiertoe behoort.
Zoodanige regeling is voorzeker noodig, omdat anders de voor
ziening van alle troepen van uit ééne plaats in vredestijd omslachtig
en kostbaar, en in oorlogstijd zelfs onmogelijk zoude zijn. Men
bedenke, dat Java £313 vierk. geogr. mijlen groot is, dus bijna
vier malen zoo groot als Nederland
Het aantal troepen, uit de magazijnen te voorzienhad de schrijver
dus buiten beschouwing behooren te laten. Maar ook zelfs als dit
hier als maatstaf mocht geldendan merken wij opdat hun aantal niet
zoo gering is als hij denkt, want ook de niet rechtstreeks tot het
leger behoorende korpsen de pradjoerits, de legioenen van Mangkoe
Negoro en Pakoe Alam, de lijfwachten-dragonders, de barissans van
Madura, de djajang-secars worden almede uit bedoelde afdeelings
kleedingmagazijnen voorzien. En die magazijnen bevatten overigens