225
Dien berg gepasseerd, komt men al spoedig aan de hierboven
beschreven Passer-Boelecomba. Nu geleidt de weg, tusschen twee
bergruggen door, langs Todo Séro naar Banti Moerong en Tondong
Koera. Alvorens evenwel deze laatste plaats te bereiken, moet de
berg (of Bonto) Garissa overgetrokken worden, waarvan het op
klimmen, van den kant van Panka Djene uit namelijk, met onbe
schrijfelijke moeite gepaard gaat wegens de steilte en ongebaandheid
van het bergpad. De naam des bergs moet dan ook //ruige berg",
dat wil zeggen puntige, rotsachtige, moeielijk te beklimmen berg
beteekeuen. Voorbij Tondong Koera is het twee-derde gedeelte van
den weg een echt rotsachtig bergpad, dat weinig klimt, waarna
men te Lanné komt dat grenst aan het zuidwaarts daarvan gelegen
steil opstaand gebergte der Berg-regentschappen. In het noorden
is het bergland van Lamoeroe, dat hier zeer nabij Lanné nadert en
in het noordoosten, als het ware, bij den bergpas bij Patiroe ge
sloten wordt door eenen zeer langen en hoogen rotsmuur, die eene
natuurlijke grens vormt tusschen Lamoeroe en Boni.
Was het gemakkelijk in korte trekken dezen weg te schetsen,
ïnoeielijker, onbeschrijfelijk moeielijker is echter de passage daar
van. En toch werd hij bij herhaling door de geheele of een gedeelte
van de mobile kolonne afgelegd.
Waagde men zich op de dichtst bij dien wegliggende bergtojipen,
dan had men het gezicht in de verte op 's vijands versterkte position.
Toen nu het bericht was ontvangen, dat de opstandelingen over
last aandeden aan de bewoners der zooeven genoemde kampongs,
liet de waarnemend kolonnekommandant, kapitein van Leersum,
langs dien weg grootere en kleinere patrouilles maken. Nu en dan
werden opstandelingen, wier getal van 40 tot 100 kon bedragenop
de nabij gelegen bergtoppen waargenomen.
Den 18™ October had de vijand echter den op onzen communi-
catieweg liggenden Bonto Garissa met circa 300 man bezet, doch
trok op de nadering der onzen terug, hier en daar in het gebergte
observatieposten achterlatende.
Tegen den avond werd door den kapitein van Leersum de 2e lui
tenant Tramburg met 30 man uitgezonden., den weg op naar Banti
Moerong, om de passage te verzekeren aan een convooi vivres, dat
dien avond naar Tondong Koera, waar de kolonne zich toen ophield
op marsch moest zijn. In den donker Banti Moerong naderende,
overviel Tramburg aldaar een 60-tal gewapenden, die al vurende het
hazenpad kozen. Hij bracht den volgenden ochtend de vivres be-