228 aangenomen werd; hem zou eene belooning gegeven worden, als hij trouw zijnen plicht volbracht. Bannja, zoo heette hijheeft dan ook die belooning, nadat hij ze verdiend had, ontvangen. Van Bannja ver gezeld werd op gelijke wijze den volgenden ochtend nog eene korte verkenning gemaakt, en in het bivak teruggekomen, kwam ook Besner zich bij de kolonne aansluiten; de troepen van Toeri Kali hadden bij Lanné hem vervangen. Den 16llcn werd rustdag gehouden; de kolonne werd in drie deelen verdeeld, nadat een officier en 50 bajonettenwaarbij later nog een 14-tal matrozen en mariniers, die voor den marsch minder geschikt waren, gevoegd werden afgezonderd waren geworden om Passer Boelecomba, waar de hoofdvoorraad van vivres en munitie en de hoofdambulance achter bleven, te bewaken. De mobile kolonne was dus nu gesplitst in le, 2e en 3e kolonne! elk, met de artilleristen mede, circa 100 hoofden sterk. De le ko lonne kreeg tot kommandant kapitein van Leersum, de 2e den luite nant-ter-zee le klasse van Burgh en de 3e den kapitein de Gee. Alle hulptroepen waren nu op hunne plaatsenbehalve die van Boni, waarvan nog geen bericht was ingekomen. Majoor Veenhuij- zen besloot evenwel, op hen niet te wachten, en den volgenden dag, 17 Novenber, riaar Saloe-Saloe, het hoofdpunt der vijandelijke positiën, op te rukken. In den loop van den dag kwam de Gouverneur Bakkers ook te Passer Boelecomba aan. Om nu voor de drie kolonnes de noodige koelies te krijgen en te behouden kostte zeer veel moeite, en de hulp en medewerking daartoe zoo van den Gouverneur, ais van de controleurs Bensbach en Sikman die dien hoofd-ambtenaar vergezelden moeten zeer geroemd worden. Den 17d611 November werd 's ochteus vroeg afgemarcheerd. Be halve voor eenige dagen vivres, die door koelies gedragen werden, had ieder man een ration zoogenoemde tocht-vivres hard brood en spek bij zich, omdat de kolonnekommandant -voorzag, dat er dien dag tot koken geeue gelegenheid zijn zoude. Drie bergruggen met diepe, daartusschen gelegenravijnenmoes ten over- en doorgetrokken worden, alvorens men den berg Mando, 's vijands eerste positie, bereikte. Tusschen 2 en 3 uur ontdekte de voorste kolonne den vijand en raakte al spoedig met hem in een vuurgevechtwaaraan een gedeelte der 2° kolonne ook spoedig deel nam. Hoe vermoeid de troepen en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 235