229 hoe slibberig de paden, door eenen gedurende het laatste gedeelte van den inarsch gevallen regen, ook waren, toen de eerste schoten gevallen waren kende niemand vermoeidheid meer. Onze troepen» het boschrijkste gedeelte van het pad uitkomendestuitten op eenen dichten troep vijanden, welke spoedig verjaagd werden; nu was de eerste versterkte positie, die, nadat ze genomen was, bleek nog slechts kort geleden opgeworpen te zijn, zichtbaar. Het getal verdedigers werd op 500 geschat. Onze tirailleurs stelden zich hier allerdoelmatigst op en brachten den vijand menig verlies toe; aldra kwam de lste mortier in batterijdaarna ook een getrokken één ponder der marine, welke beide goede worpen deden. De artillerie der 2e kolonne voegde zich spoedig op last van den kolonnekom- mandant bij die der eerste. Op een gunstig oogenblik klonk het signaal stormen, en wie slechts konde stormde naar bovenal ging dit niet zeer hardf daar de helling nog al steil was. Tramburg behoorde weder onder de voorsten, de twee sergeanten Koopervan Sou, fus. Jardin, hoornblazer Zeehandelaar, tamboer Wamidin en fus. Djodikromover gezelden hemvan zeer nabij gevolgd door den luitenant-ter-zee Ehnle, korporaal van Giessenbootsman Hendriksde luitenants-ter zee Mercier en Bruch en den matroos Gajenhaan. Van Leersum, wiens voorbeeld en leiding hier zoo uitstekend gewerkt hadden, bevond zich zeer nabij Tramburg. Deze laatste, dicht bij de palisadeering gekomenrukte den hoornblazer Zeehandelaar het driekleurig vaandel uit de hand en sprong de versterkte positie het eerst binnen. Zeehandelaar blies een lustig Wilhelmus, en een blij hoerah weerklonk al spoedig door de geheele kolonne. Eenige lijken en geblesseerden had de in overhaaste vlucht zich verwijderende vijand achtergelaten. De vijand verzamelde zich evenwel nog eens aan de overzijde van een ravijn, dat zich aan de noordzijde van den berg Mando bevond. De majoor liet dien kant uit eenige worpen doen en beval te gelijk eene vervolging door hendie tot zulke beweging zich nog in staat gevoeldenwaardoor de vijand dan ook spoedig van daar verjaagd werd. Slechts één geblesseerde hadden wij aan onze zijde bekomen. Op Mando's rug werd nu gebivakkeerddoor de hulptroepen werd water en hout aangebracht, waarna koffie gezet en rijst gekookt werd, die weer frische krachten aan de vermoeide strijders en dragers gaven- Den volgenden ochtend werd, altijd onder de noodige voorzorgs maatregelen, naar den berg Menombong gemarcheerd en deze be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 236