231 een hooge boom, die, van welke zijde men zich op eenen zelfs grooten afstand van dit punt ook bevond, steeds bij elke terrein- verhooging zichtbaar was. Die boom heette heilig te zijn en den geest of de ziel te bevatten van den Kraïng Bonto-Bonto. Dat bij of in dien boom steeds eene wacht was gesteld geweestom elke na dering der onzen tijdig te kunnen weten, behoeft niet betwijfeld te worden. De vijand was dus in zijne hoofd-positie bij tijds op zijne hoede. Het door de kolonne nu gevolgde pad naar Mando had hij onbegaanbaar geacht voor eene troep gewapendenvan daardat onze aanval van die zijde door den vijand met zoo weinig hindernissen of versterkingen was belemmerd en betnoeielijkt geworden. Tegen den avond- beklom de militaire kommandant met nog eenige officieren en den regent van Tanralili den top, waarboven op die boom stond. Van daaruit kon men het plateau van Toeroekapaija waarnemen. Majoor Veenhuijzen en de mede bij hem zijnde personen oordeelden het goed, dat de bedoelde heilige boom omgehouwen werd, opdat hij niet meer tot wegwijzer naar deze positie zoude kunnen dienen en om den steun, dien hij den hoofdopstandeling door zijnen naam van heiligheid verleende, te vernietigen. De eerste sabel houwen werden dus in dien boom gedaan en de regent van Tanralili met de zijnen voltooide daarna het omhakken er van. Op vermelden top nog het omliggend terrein waarnemende, werd, de zijde van Toeroekapaija uit, het vuur en geknal van geweer schoten vernomen. Wat zou dat kunnen wezen? Zouden de terug- trekkenden door de hulptroepen van Segerie daar tegengehouden worden? Den berg weer afgedaald, werd van dat vuren den Gouver neur mededeeling gedaandie niet gelooven kondedat men zich niet vergist had. Den volgenden dag zoude zich de zaak ophelderen. Te Saloe-Saloe werd gebivakkeerd en de nacht ongestoord door gebracht. Den lEHen November trokken de kolonne en de hulptroepen verder door Bontang naar Toeroekapaija, na alvorens al de gebou wen en voorraad in het bivak verbrand te hebbenopdat de opstan delingen er eventueel geen gebruik meer van zouden kunnen maken, Bij den marsch trok Tanralili links, en Koks rechts van de kolonne het zwaar geaccidenteerd terrein door. Aan de Pakka Saloe, eene snel stroomende, moeielijk te doorwaden en door een steil en diep ravijn zich kronkelende rivier, werden nog twee zware versterkingendie echter verlaten warenontmoet en vernielden omstreeks half vier uur 's namiddags waren al de troe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 238