238 niet voldoende in het oog worden gehouden. Overmatige dienstijver brengt er de officieren maar al te veel toein zaken van onderge schikten aard de plaats hunner ondergeschikten in te nemen. Deze overdreven inmenging der chefs verlamt niet alleen het initiatief, maar ook den goeden wil der gegradueerden; de onder-officier verliest daardoor langzamerhand het besef zijner waarde, die in het oog zijner ondergeschikten al ras verkleind wordt. Hij krijgt alzoo een tegenzin in den dienst; is hij nog jong, dan verlaat hij liet leger en zoekt hij een ander heenkomenis hij reeds lang in dienstdan wordt hij een automaat en zoekt dikwijls zijn troost in den drank. Het Britsche leger, in veie opzichten slecht te noemen, kan in dit opzicht tot voorbeeld dienendaar is de onder-officier de persoon, op wien de inwendige dienst geheel berust. Daardoor wordt hij in het oog van den mindere gereleveerd en wordt de krijgstucht be vorderd. Het is noodigdat wij dien weg opgaan en tot den waren geest der voorschriften turugkeeren. De officier bedenke wel, dat de kunst om te bevelen niet daarin bestaatdat men alles zelf moet doenen dat de beweegkracht van een werktuig het raderwerk niet moet hinderen. Om de onder-officieren te releveeren, is het dus noodighun meer gezag toe te kennen. Daarbijhunne positie te verbeteren zoodat zij in het oog der soldaten benijdenswaardig is. Eindelijk, verhoo ging van de eischen voor de bevordering tot een graadnu het peil der algemeene ontwikkeling van liverlede klimt, moet ook dat der onder-officieren klimmen, om hun moreel overwicht te kunnen hand haven. Indien ik niet vreesde, van prussomanie beschuldigd te worden, zou ik den wensch uitendat de afstand tusschen den onder-officier en den soldaat vergroot werd door elk gegradueerd tusschenpersoon tusschen beide te doen vervallen. Een goed korporaal is eene uit zondering, door de moeielijkhedendie hij ondervindt wanneer hij goed wil dienen'en die moeilijkheden vloeien van zelve voort uit den aard zijner betrekking. Kan, in het algemeen, een superieur, die het lot van den mindere deelt, die met hem eet en in de chambrée slaapt, gemakkelijk den voor de subordinatie onmisbaren eerbied aan dien mindere inboezemen Met uitzondering van sommige toekomstige officieren is zulks bij verreweg de meesten niet het geval, en de discipline moet noodwendig daaronder lijden. Zouden niet de in alle opzichten voorbeeldige soldaten van hunne gelijken dezelfde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 245