en dergelijke, kan het nadeelig zijn, dewijl het verdere vervoer den
prijs altijd iets doet stijgen, maar van werkelijke beteekenis is deze
stijging ook hier hoogst zelden. Voor de eigenlijke grootere fabrie
ken echter is die afstand bij uitzondering wel waard besproken te
worden. Bij tal van gioote steden evenwel, die opeue plaatsen zijn
liggen de steenbakkerijen, de kalkovens, de zandwasscherijenzoo
ook de grootste fabrieken met voordacht verre buiten de poorten,
waar ruimte, water en arbeidskracht gemakkelijker, dat is goedkoo-
per te verkrijgen zijn. De belastende invloed van de vestingen is
dus in deze richting slechts Onbeduidend. Daarbij zij ook nog de
opmerking veroorloofd, dat niet nijverheid en handel alleen het land
in pacht hebben; in elke groote stad wonen vele duizenden inwoners
van allerlei stand, die ook belasting betalen en voor wier gezondheid
en welzijn het van het hoogste belang is, als hun het ongemak van
stoomwerktuigen, de giftige dampen der fabrieken van meststoffen
en chemicaliën, het stof en de walm van steenbakkerijen bespaard
worden, een taak, die de eischen der versterking veel gladder op
lossen dan alle bepalingen van de politie. En wat het gebrek aan
woonruimte in eene stad vesting betreftzou men het uit het oog
punt van de openbare gezondheid als een waren zegen mogen be
schouwen zoo twintigduizend hoofden van de fabriekbevolkingten
gevolge van de bepalingen op de verboden kringen in wijderen kring
verdeeld, nieuwe plekken met breede, lustige'straten en nieuwe ge
bouwen gingen bewonen, in plaats van zich met hunne krotten, bij
ongehinderde toeneming van de stadaan deze vast te klampen en
de benauwdheid en het mierengewemel nog te vermeerderen. Wordt
liet echter de aangroeiende bevolking in de stad te engzoo is ook
daarvoor raad te verschaffen.
Men moet echter omtrent de klacht over onevenredige ophooping
van de bewoners binnen versterkte steden reeds dadelijk de opmer
king maken, dat ook hierbij veel aan nde vesting'' wordt toege
schreven, waaraan deze zeer onschuldig is. Hemelhooge huizen in
nauwe maar drukke straten bestaan even goed in opene plaatsen
gelijk Berlijn, Hamburg, Bremen, Leipzig, Frankfort enz. als in
Keulen of Mainz, en zelfs in de luchtiger aangelegde voorsteden
ziju woonkazernen van vier en vijf verdiepingen geene zeldzaamheid.
Het inwendige aanzien van de meeste vestingsteden zou toch door
slooping van de versterkingen geene radicale verandering ondergaan.
Zoo overigensnaar opgaven van de Kölnische Zestungin het
WocJienblatt für medicinisclie Statistik beweerd wordt, dat op een
247