249 Strategisch bela?ig van groote steden. Toen wij over de voorwaarden spraken, waaraan de vestingen, rat ligging, aantal en gesteldheid betreft (later hoop ik ook deze oorwaarden te doen kennen. Fr.), moeten voldoen om eene doel- reffende uitwerking te kunnen hebben, traden wij niet in bijzon erheden omtrent de praktische vervulling van onze eischen; wij nderstelden stilzwijgenddat verreweg de meeste van de bestaande estinge?i of reeds aan die voonoaarden beantwoorden of althans makkelijk daarnaar kunnen worden ingericht. In dit opzicht treffen fij tegenstanders van het versterken vau groot e steden aan wier ienswijze wij zullen trachten te weërleggen. Bij volle erkenning an de waarheid, dat de Staat de vestingen, en vooral de groote estingen, tot de meest onderscheidene doeleinden noodig heeft, rordt toch ten stelligste de doelmatigheid bestreden om steden, en <iet name groote stedenpermanent te versterken. Onze tegenpartij leveelt meer of minder rechtstreeks groote, permanent versterkte egerplaatsen of »soldatenvestingen" aan, die ergens met het iog op de kosten, liefst in woeste streken, zooveel mooglijk ver- rijderd van de steden der beschaving en alzoo tamelijk afgezonderd ls verzamel- en strijdplaats voor de moordlustige scharen van de wee oorlogvoerenden moeten worden aangelegd. Zonder de doel- uatigheid van zulk een' aanleg in zekere op zich-zeive staande ;evallen te willen loochenenmoet toch worden erkenddat het lenkbeeldde groote steden in het algemeen door de soldaten- restingen te vervangen, ten deele op eene overschatting van de aan ;ene verbonden gevaren en nadeelen, maar hoofdzakelijk op liet voorbijzien van de gronden berust, waarom men vooral de groote deden pleegt te bevestigen. Gelijk een roode draad loopt door de meeste opstellen van onze wederpartijders de gedachte, alsof de beveiliging van de stad als zoodanig de verzekering voor ons gebruik °f ten minste het voornaamste doel van hare versterking was, als ware het den versterker geheel onverschillig, waar zich de groote stad bevindt. Maar dit is geenszins het geval. In elk geval zoeken wij door het vasthouden aan de groote steden ons ook van hare 'ulpbronnen te verzekeren en te verhinderen dat de vijand er met ilind geweld partij van trekkedeze opvatting alleen zoude echter 'ooit een' beslissenden invloed hebben gehad; de hoofdgrond ligt ÏEWEEGGRONDEN VOOR DE VERSTERKING VAN GEOOTE STEDEN IN- PLAATS VAN DEN AANLEG VAN NIEUWE MILITAIRE VESTINGEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 256