268
van liet aantal verschillende stelsels van geweren van 1825 tot op
onzen tijd beproefd; wie al dacht, vrij goed op de hoogte te zijn
door de geschiedenis der getrokken geweren van af Delvigne tot het
Zwitsersche jagergeweer te hebben nagegaan, ziet plotselings een
berg van achterlaadstelsels voor zijn oog verrijzen.
De veldtochten van Napoleon zijn op den achtergrond geraakt
door de snelle, beslissende oorlogen van den lateren tijd; de tactiek
ondergaat dagelijks veranderingen door toepassing van verdragend
geschut, achterlaadgewerenmitrailleuses enz.; de bouw van perma
nente versterkingen en veldwerken heeft eene geheele verande
ring ondergaan. Kortom, in de laatste vijftig jaren is alles bijna
veranderden te bepalen wat de officier moet kennen en wat niet,
is al zeer moeielijk; het eene behoort tot zijn vak, het andere tot
een beschaafde opvoedingof wel hij dient het te weten om in een
gesprek niet steeds alleen hoorder te moeten blijven.
Een eerste vereischte voor den infanterie-officier echter is buiten
twijfel de kennis van de waarde zijner troepen; hoe hij die moet ge
bruiken welke partij hij van het terrein kan trekken, hoeveel troepen
hij noodig heeft om een zeker terrein met vrucht te kunnen verde
digen, hoe hij een gevecht inleiden, gaande houden, tot het offen
sive, tot de beslissing overgaan of het gevecht afbreken moet; hoe
hij een terrein gemakkelijk kan verkennen, wat zwakke, wat sterke
punten eener stelling zijn; hoe hij de sterkte, de stellingde hande
lingen zijner tegenpartij kan uitvorschen, kortom, de krijgskunst
in zijn meest uitgebreiden zin. Uit boeken alleen zal hij deze niet
leeren; deze wetenschap moet aanschouwelijk voorgesteld en practisch
beoefend worden.
Verder is kennis van den grond, van de landen en volkeren
waar en tegen wie men ten strijde geroepen kan wordenzeer nood
zakelijk. Ook deze zoeke men niet alleen in uitvoerige boekeu en
handleidingen. Om een voorbeeld te noemenis het niet te bejam
meren dat de officierente Batavia in garnizoenzelfs niet in het
bezit zijn van een kaart der omstrekendat hunne kennis van het
omliggend terrein zich dikwijls niet veel verder uitstrekt dan tot
de wandelwegen Zooals de zaken thans gesteld zijn is het niet
nog kort geleden gebeurd dat een naar Bekassie gezonden detache
ment den weg van Batavia derwaarts niet wist P zou het den vijand
niet veel moeite kostenons spoedig den loef af te steken op dit
punt; waarom niet herhaaldelijk stellingen bezet en terrein opgeno
men; kan men den troep er niet brengen omdat er soms iets vernield