taire van 1870, wil de verschillende verplichtingengevechtstoestan- den eu gevallen die zich in den oorlog kunnen voordoensamen vatten in een boekje, dat, door generaals van ondervinding samen gesteld, het vademecum van den officier zou moeten zijn. Dit boekje moet hij (volgens den schrijver) overal bij zich hebben het moet jaarlijks worden gerepeteerd, ik zou zeggen het moet van buiten geleerd worden. Jaarlijks worden de regels van dit boekje toege past op verschillende terreinen, en de veranderingen besproken, die in die regels noodzakelijk blijken te zijn. Nu moet ik ronduit zeggen, een hartelijke vijand van //van buiten leeren" te zijn't heeft m. i. iets papegaai-achtigs en staat vierkant tegen den eisch van verstandsgebruik, den eersten eisch voor een goed officier. En zoo het dan ook volgens de meening van sommigen, in vroeger tijd ten minste, nog noodig mocht wezen om de kadets te Breda de theorie van den kleinen oorlog van bladzijde tot bladzijde van buiten te laten leerenomdat de ondervinding had doen zien dat de jongelui er anders niet veel aan deden en er zich in den regel met een praatje,, gekruid door //het terrein en de omstandigheden' zochten af te maken voor officieren kan en mag ouzes inziens van zoodanige manier van studeeren, met het geheugen in plaats van met het verstand, geen sprake zijn. Ik kom thans tot het laatste gedeelte mijner verhandeling: 3e. Hoe kan de officier dit het beste leeren, hoe kan men een officier het beste beoordeelen, hoe kan men lust tot studie aan- kweeken. Zoo als nu de wetenschappelijke oefeningen gehouden worden, leert de officier daar weinig of niets, en kan men hem niet beoor deelen. Eenmaal per jaar ongeveer moet hij iets voordragen, dat liefst niet langer dan een uunnoet duren; reeds vóór het begin wordt den spreker van alle zijden ingefluisterd //je maakt het im mers niet te lang"? en hij zou niet zoo onkameraadschappelijk wil len zijn, om, als die er niet op gesteld zijn, zijne wapenbroeders langer dan een uur bezig te houden. In dat uur wordt het een of ander onderwerp waar men boeken vol over zou kunnen schrij venbehandeld, als daar zijn: legerorganisatiëninvloed van ach- terlaadgeweren op de hedendaagsche tactiek, wapening, torpedo's en pantserschepen; vragen, aangelegenheden van kolossalen omvang, meestal niet. a la portee van een subaltern officier. Laat ons het kind bij zijn naam noemen; 't zijn in den regelde uitzonderingen 270

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 277