275 en later voordragen; de kapitein is dan de president, de leideide verdeeler van de studie; hij behandelt het algemeene, de inleiding, maakt aanmerkingen op het werk der luitenants dat daartoe eerst aan hem vertoond wordt, neemt de hoofdactie voor zijne rekening, de luitenants de onderdeeleude voorafgaande gevechten, de resul taten enz. Als nu zoodanig onderwerp na de voorafgegane studie voorgedragen wordt, vo(lev dan ook, dat de voordracht degelijk zij. Dit over de wijze van studeeren. Voeg daarbij nu goede bi bliotheken, die op de hoogte van den tijd blijven, en goede, goed ingerichte localen, waar men aangenaam zitten kan. Ik zou wel eens willen zienol de studie ook dan geen resultaat- gaf. En nu nog iets over het essentiëele, de practijk. Hierin is in de laatste jaren veel ten goede veranderdmaar ik geloof toch dat zij nog wel oordeelkundiger en leerzamer kan worden. De dagelijksche oefeningen met den troep moeten niet altijd zijn exercitiën in de pelotonsschool en bataillonsschoolmaar manoeuvres; de troepen in groote garnizoenenen overal waar hiertoe maar gelegenheid is moeten tweemaal 's weeks worden vereenigd en manoeuvres met de drie wapens uitvoeren, waarbij steeds tegenover een denkbeeldigen of een voorgestelden vijand wordt geageerd. Zoo mogelijk moeten de troepen veel tegenover elkander handelenalles dient hierbij eene nabootsing van den werkelijken oorlog te zijnvelddienst en tiraillee- ren behooren steeds met twee troepen tegenover elkander te worden beoefend. De oefeningen moeten op allerlei terrein plaats hebben en niet op exercitievelden want de officieren moeten leeren op alle terrei nen te ageerenhun moeten de verschillende betrekkingen worden opgedragenwaartoe zij in den oorlog kunnen geroepen worden. De detailexercitiën moeten geheel in handen van de koinpagnieskomman- danten zijn; men vordere van hen niet alleen dat de kompagnie er zindelijk uit zie op eene inspectie, dat de administratie goed gevoerd wordt, maar vooral dat de kompagnie in den velddienst, het tirail- leerenhet schijfschieten, bajonetschermen enz. goed bedreven zij. Daartoe moet de kompagnie een paar maleu per week geheel ter hunner beschikking zijn, zij moeten geheel verantwoordelijk zijn voor alles,"wat den dienst hunner kompagnie jbetreft; eene geheele vrijheid dus tegenover een gelieele verantwoordelijkheid. Bij manoeuvres bij onderwijs in den velddienst en het tirailleeren moeten den man schappen nu en dan losse patronen worden verstrekt. Ivan men den troep niet brengen op alle terreinendan brenge

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 282