Nogmaals heet ik U welkomMijne Heeren
Deed ik dit reeds als voorzitterhet is mij dubbel aangenaam het
op nieuw te doennu ik als bestuurslid de eerste spreekbeurt heb.
Het valt niet te ontkennenslechts weinigen hebben zich als le
den der jonge vereeniging aangemeld, en ook het getal dergenen,
die, zonder lid te zijn, dezen avond onze eerste openbare vergadering
bijwonen, is niet zoo groot als men dit, bij een garnizoen ais Wil
lem I en Banjoe-Biroe had mogen verwachten; doch laat ons dit
geene reden zijn, om met minder vertrouwen de toekomst te gemoet
te gaan, want velen zullen er zijn, die éérst willen weten, wat er
hier verhandeld zal wordenen hoe er verhandeld zal wordenvóór
zij als leden of medewerkers toetreden. Te dikwijls toch ziet men
goede voornemens slecht uitvoerenom ook hier niet eenig voorbe
houd te veroorloven.
Ik vertrouw echter, hoewel hetgeen ik te zeggen heb, onge
twijfeld veel beter gezegd zou kunnen worden, dat de wijze van be
handeling der zaak zal doen ziendat wij ons plan willen getrouw
blijven, en ik heb daarom alle hoop, dat langzamerhand vooringeno
menheid en voorbehoud voor deelneming zullen plaats maken.
Lang heb ik er over nagedacht, welk onderwerp het meest voor
eene eerste voordracht zoude passen.
Van den stelregel uitgaande, dat, wil men zeker zijn van alge-
meene belangstelling bij eene eerste bijeenkomst, ook datgene,
waarover men spreektvan algemeen belang dient te zijnkwam mij
eene behandeling der wetenschappelijke bijeenkomsten-zelve niet te
onpas voor.
Wel-hebben wij, in onze bij het reglement gevoegde en tot deel
neming uitnoodigende circulaire, met korte woorden de zaak reeds
aanbevolen en met een enkel woord gezegd, hoeveel nut wij ons
van een goed geregelde vrije studie voorspelden, doch men moest
daar, wilde men door ieder gelezen worden, kort zijn en zich tot
het wijzen op enkele hoofdzaken bepalenterwijl er toch omtrent het
onderwerp nog zooveel te zeggen valt, dat met nut kan Worden ter
harte genomen.
Een bezwaar was er echter tegen mijne keuze.
Zouden velen niet de opmerking makendat eene bespreking der
vrije studie niet volkomen was eene wetenschappelijke verhandeling,
zooals Art. 1 van het goedgekeurde reglement ze bedoelt, en dat
men, na ze met aandacht gehoord te hebbenniet zou kunnen zeggen, een
stap te zijn vooruitgegaan op eenig bepaald gebied van militaire kennis?
22,