29:3 Men heeft zich namelijk het terrein voorgesteld als te zijn door sneden door een tal van evenwijdige vlakken, op gelijke, doch voor elke schaalwaarop het terrein in kaart gebracht moet wordenbe paalde afstanden. De doorsnedendoor deze horizontale vlakken ontstaanzullen nu elke plooi van 't terrein aangeven en tevens aaneenschakelingen van punten, die op gelijke hoogten gelegen zijn. Die kromme lijnen door hare projectiën op het papier voorstellende, weet men dus daaruit af te leiden, welke punten van het in kaart gebrachte terrein op gelijke hoogten boven het vlak van teekening gelegen zijn. Bedoelde projectiën dragen den naam van tranches. Een heuvel kanom een eenvoudig voorbeeld te nemen voorgesteld worden door figuur 1. De hier geteekende tranches zijn voldoende, om ons dien ter- reinvorm in zijne ware gedaante voor den geest te brengen. Om daartoe gemakkelijker te geraken, verdient het, vooral in den beginne, aanbeveling zoo eene terreinvoorstelling te snijden door een verticaal vlak en vervolgens de doorsnede te construeeren van dat vlak met het terrein. Door in verschillende richtingen den tot voorbeeld genomen heu vel op die wijze door verticale vlakken te snijdenverkrijgt men spoedig eene duidelijke, aanschouwelijke voorstelling van dat terrein- voorwerp, en, zulks in het algemeen op de kaarten toepassende, weldra in het lezen daarvan eene vaardigheidwelke dergelijke hulp middelen overbodig maakt. Indien de heuvel b. v. gesneden wordt door een verticaal vlak dat het vlak der teekening snijdt volgens de lijn N N, dan is het duidelijk, dat de doorsnede met het terreinoppervlak eene kromme lijn zijn zal. Die kromme lijn kan met voldoende nauwkeurigheid geteekend wordenindien men er eenige punten van heeft bepaald. Daartoe merkt men op, dat de punten, waarin de tranches door de lijn N N gesneden wordende projectiën zijn van de werke- lijke snijpunten, en verder, dat tusschen elke volgende tranche een bepaald verschil in hoogte bestaat, dus hooger of lager, gelijk uit de kaart aanstonds blijkt. Om nu de figuur niet onduidelijk te maken, verplaatst men het verticale vlak, waardoor de heuvel gesneden wordt, evenwijdig aaD zich zelf, totdat het b. v. in Q X is aangekomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 300