302
II. TERREIN-STUDIE.
Hebben wij hiervoren getracht aan te toonenvan hoeveel belang
het voor den militair is, om zich het vlug en nauwkeurig lezen,
van kaarten eigen te makeneen niet minder dringend vereischte
moet het voor hem geacht worden, dat hij zich oefene in de juiste
beoordeeling en het doelmatig partij trekken van het terreinwaar
op hij zal moeten ageeren.
Een geoefende blik is het criterium van militaire geschiktheid
vooral voor hen, aan wier zorgen de leiding van troepen moet wor
den toevertrouwd.
Door de oneindig vele verscheidenheden in de terreinformatiën is
de omvang der terreinstudie onbegrensd.
Bij elke verandering van standplaats doet de verkenner nieuwe
ontdekkingen; daarom zal slechts een goed, veelgeoefend oog den
militair in staat stellen, zich onder alle omstandigheden spoedig te
oriënteeren, en het voor hem liggend terrein met juistheid te be-
oordeelenten einde er vervolgens een zoodanig gebruik van te
makendat het beoogde doel op de beste wijze wordt bereikt.
Daar nu de tijd, waarover in den oorlog voor zulk een terrein-
onderzoek te beschikken valt, meestal betrekkelijk kort zal zijn,
ja juist in de gewichtigste oogenblikken bij voorbeeld in t ge
vecht het vluchtig aanschouwen van het terrein voldoende moet
wezenom den aanvoerder eener troepen afdeeling zich daarvan eene
juiste voorstelling te doen maken, ten einde in verband daarmede
onmiddellijk zijne maatregelen te nemen, zoo kan aan de vorming
van den militairen blik niet genoeg zorg besteed worden.
Nu dan ook bij de tegenwoordige wijze van oorlogvoeren meer
en meer hooge eischen worden gesteld aan de verstandelijke ont
wikkeling van den krijgsmanziet men in alle landen een streven
om den officier, ja zelfs den minderen militair deze vaardigheid ei
gen te maken in het verkennen van terrein. Algemeen beijvert men
zichhet daartoe noodige onderricht te verheden tot een zelfstandig
onderdeel der algemeene opleiding van den militair, wijl oefenings-
marschen, groote manoeuvres of vuurexercitiënwaarbij de aandacht
dikwerf op zoovele andere zaken moet gevestigd blijven, niet meer
toereikend worden beschouwd tot vorming van den militairen blik.
Het voornaamste doel, dat met de verkenningsoefeningen moet
worden beoogd, is zooals gelijk zoo even reeds gezegd werd