ten einde in staat te zijnde hem verstrekte lastgevingen tot een
goéd einde te brengen. Als aanvoerder van sterke patrouilles of
strooptochten, als bevelhebber van voorhoeden, achterhoeden of flank
dekkingen bij voorpostendienst en andere bijzondere handelingen
en ondernemingen zullen den officier vrij hooge eischen gesteld die
nen te worden. Bij de veronderstellingen zal men zich echter steeds
bewegen binnen de, door de tactiek bepaalde, grenzen, en zullen
alle combinatiën, vallende op het gebied der strategie, geheel bui
ten spel dienen te blijven.
Voor den onderofficier kan dit onderricht natuurlijk binnen veel
engere grenzen teruggebracht worden.
Van de volgorde der oefeningen en hare oordeelkundige leiding,
zoomede van den ijver des onderwijzers voor, en zijne ernstige op
vatting van de hem opgedragen taakhangt' als af.
De practische oefeningen zouden op de volgende wijze geregeld
kunnen worden:
le oefeningsmarschenmet het doel, als algemeene voorberei
ding het terrein te doorloopente leeren overzienen zich met som
mige détails als herkenningsmiddelen bekend te maken.
2« verkenning van kleine terreingedeelten of van enkele terrein-
voorwerpengevolgd door eene beschrijving en beoordeeling uit een
militair oogpunt.
3e oplossing van tactische veronderstellingen op de plaats-zeive
dat ishet partij trekken van de door 1 en 2 opgedane kennis on
der bepaalde omstandigheden.
4e voor de officieren en enkele zeer geschikte onderofficierenter
reinverkenningen voor een bijzonder doel, met last, daarover, onder over
legging van croquis, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk te rapporteeren.
Omtrent een en ander wordt het volgende opgemerkt
Ad 1. Oefenings-marschen.
Bij oefeningsmarschen is te letten op de gevolgde wegenhunnen
toestand, de in de nabijheid gelegen terreingedeelten of voorwerpen,
hunne waarde voor het een of ander militair doelvooraf te bepalen
door nauwkeurig onderzoeklater door de voorwerpen of terrein
gedeelten slechts op een afstand te beschouwen.
Hiermede gaat onafscheidelijk gepaard het schatten van afstanden,
waarbij dan dienen besproken te worden, de daarop invloed uit
oefenende omstandigheden als: de wijze van verlichting, de stand
der zon, de toestand van den atmospheer, het kleuren-effect, de
304