317
Deze rand is meestal van 0° tot 360° verdeeld; somtijds ook ter
wederzijde van het nulpunt doorgaande tot 180°.
De eerstgenoemde randverdeeling is echter de beste en de meest
algemeene; bij de in den laatsten tijd vervaardigde instrumenten
komt zij daarom steeds voor, en zullen wij dus, van de boussole
sprekende, zoodanige verdeeling aannemen.
Bij het uitzetten der azimuths zij men indachtig aan het verschil
van inrichting tusschen de gewone en de smalkalder patentboussole.
Bij het eerste instrument namelijk beweegt zich de naald langs den
verdeelden cirkelrandbij het laatstgenoemde daarentegen is de rand
verdeeling aan den naald bevestigd en beweegt zich daarmede.
Het noodzakelijk gevolg hiervan is, dat men, de gewone boussole
gebruikende, bij het bepalen der azimuths, de afgelezen hoeken
steeds van het noorden door het westenzuiden en oosten uitzet
terwijl bij de smalkalder patentboussole deze handeling in omge
keerde orde plaats heeft.
Wil men dus bij voorbeeld de richting van een weg bepalen, dan
viseert menmet de smalkalder patentboussole op den weg staande,
in de richting van den weg; terwijl men, de gewone boussole ge
bruikende de zich op de randverdeeling bevindende noordlijn in
genoemde directie brengt. Daarna leest men den hoek af. Indien
deze nu bij voorbeeld een hoek van 40° maakt met het magnetisch
noorden, dan zal men op de gewone boussole 40° aflezen, daaren
tegen op de smalkalder patentboussole 320° vinden. Wanneer men
nu eerstbedoelden hoek uitzet in westelijke en laatstgenoemden hoek
in oostelijke richting, dan zullen de op de kaart geconstrueerde
richtingen op elkander vallen.
Is men met het gebruik van deze instrumenten volkomen ver
trouwd, en voorts bekend met de gebruikelijke schalen, en de bij
het kaarten teekenen meest voorkomende conventioueele teekensdan
zal men theoretisch voldoende zijn toegerust en zal men zich verder
alleen door het practisch onderricht of door eigen oefening op het
terrein de vereischte handigheid in het vervaardigen van croquis
moeten weten eigen te maken.
Bij de eerste oefeningen op het terrein verdient het aanbeveling,
het croquis te maken met behulp van een schetsgenomen van eene
vertrouwbare kaart van het terreinwaarop de oefening plaats vindt.
Deze schets dient dan in den aanvang der oefeningen als leiddraad,
doch moet bij latere opnemingen achterwege blijven.