strafcursus, anderen lieten het met provoost of politiekamer, af- loopen. Nu aangaande de straffen van dronkenschap en goedver- koopen door het tegenwoordige leger bestuur eenige goede wenken en bepalingen zijn gegeven, zullen de chefs hiervoor wel wat meer gelijke correction opleggen. Wij zeiden zoo even //dat het opleggen van straffen veel afhangt van de inzichten der verschillende chefs"; dat dit geene bloote be wering is, blijkt bij elk korps bij herhaling, hiervoor behoeft men slechts na te gaanhoe dikwerf de door de kompagnies-komman- danten opgelegde straffen door de bataillons-kommandanten worden verlicht of verzwaardde korps-chefs hebben hiertoe ongetwijfeld het volste recht, doch t is een sprekend bewijs, hoe weinig een stemmig door de chefs gedacht wordt omtrent deze zoo hoogst ge wichtige aangelegenheid. De kompagnies-kommandanten toch doen zij hun plichtonderzoeken eerst de zaaknemen alles in aan merking vorige straffen van den mandiens doorgaand gedrag en verdere omstandigheden en bepalen dan eerst de correctie; de ba taillons-kommandanten uit den aard der zaak minder met den man bekend, onderzoeken soms de quaestie niet eens, dan wel vluch tig nemen veelal het strafregister tot basis en veranderen daarop nog dikwijls de opgelegde straffen, en toch handelen èn bataillons- èn kompagnies-kommandanten ongetwijfeld volgens hunne inzichten en overtuiging. Er wordt wel eens beweerd, dat dit veranderen van straffen door de korpschefs nadeelig zoude werkenwrevel bij officieren en minde- ïen verwekken, zelfs de achting zou doen verliezen voor die kom pagnies-kommandanten, wien zulks te beurt viel en dat dit een bewijs zou zijn voor de ondergeschiktendat zulke kapiteins niet wisten te straffen. ^'j z'jn 200 zwaartillend nieten zijn van opinie dat bovenbe doelde wrevel bij de officieren alleen dan zal kunnen ontstaan, indien, bij het veranderen der straffen door den korpschef, daarenboven diens ontevredenheid wordt betuigd omdat de een of andere kapitein in vergelijking met zijn collega's, aanhoudend te zwaar of wel te licht straft; dit laatste heeft voorzeker ook nadeelen en moet een ongunstigen invloed uitoefenen. De manschappen immers bij die kompagnie, waar steeds zwaar gestraft wordt voor vergrijpen, voor welke bij eene andere kompagnie slechts lichte correctiën worden opgelegdzullen zich te recht hoogst benadeeld en verongelijkt gevoelenen hierdoor zal langzamerhand bij hen eene voorliefde •323

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 330