degradatie zal dan ook het kenmerk dragen van onverbeterlijkheid van hemdie deze straf ondergaat. De korporaals zouden wijgelijk we reeds aanstiptenéénmaal met //cachot" straffenofschoon dit eene afwijking is van de a. o. van 1838 N«. 8 3, waarbij zij zooals reeds is gezegd met opzicht tot het opleggen van straffen gelijk zijn gesteld met de onder-officieren. In de alg. order van 1871 No. 52 schrijft de Legerkommandant zeer juist voor: //dat onder-officieren en korporaals, welke zich aan misbruik van sterken drank overgeventelkens zóó stren? zullen worden gestraft, dat zij, bij geleidelijke opklimming, binnen den kortst mogelijken tijd kunnen worden gedegradeerd, opdat zij hun nen stand niet langer ontsieren." Dit voorschrift was noodig Dikwijls bestond er bij de supérieuren eene zoogenaamde philantropie, een slecht geplaatst medelijden, een kassian-stelselals we dit zoo eens mogen noemen, dat allerna- deeligst op de discipline moest werken; de inférieur, weinig ont wikkeld als hij veelal is, waardeert het niet genoegzaam, zoo hij wordt gepardonneerd; alleen de oppassende militair maakt hierop eene uitzondering. Meermalen hebben wij opgemerktdat hij bij wien men een misslag had door de vingers gezien, spoedig daarop zich aan het zelfde feit schuldig maakte. -Op den duur zou er op dit mede lijden worden gerekend, en moet zulks leiden tot ondermijning van den eerbied voor ons gezag Ten opzichte der onder-officieren en korporaals is die philantro pie nog sterker af te keuren; zij, die hiervan nog voorstanders zijn beseffen niet genoeg, hoeveel soldaten hierdoor geheel en al bedorven worden, want het zal wel geen nader betoog behoeven, hoe verder felijk het gedrag van liederlijke onder-officiereu en korporaals op het moreel hunner minderen werken moet. c. De provoost, ten hoogste voor veertien dagen, hetzij op den gewonen kost, hetzij te water en te brood om den anderen dag. Deze straf zouden wij geheel goedkeuren, indien bij het doen ondergaan daarvan méér werde toegepast, het denkbeeld van //cel lulaire opsluiting;" nu hebben de met provoost gestraften in den regel te veel afleiding en dit werkt nadeelig. Gedwongen eenzaamheid stemt den nog niet geheel van gevoel 330

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 337