331
ontblooten mensch tot ernstig nadenken en is voor hem, aan ge
zelligheid gewoon, eene zware beproeving; de gegradueerde, bij
wien alle eer, gevoel en elke betere gewaarwording niet zijn uitge
doofd, zal, alleen opgesloten zijnde, zeker spoediger over zijnen toe
stand gaan nadenken en, tot inkeer komende, zijn gedrag verbeteren,
in één woord: meer geneigd worden tot zedelijke verbetering, dan
wanneer hij, in bijzijn van anderen, de straf ondergaat; dikwijls
zal hij door het te zatnen met anderen in arrest zitten, nog méér
verhard worden in het kwade; het te zamen opsluiten van deugnie
ten heeft overal en ten allen tijd nadeelig gewerkt. De jonge
onder-officier of korporaal zit nu soms te zamen met verharde zon
daren en doorloopt eene school van ondeugd en liederlijkheid, voor
al omdat de slechte sujettenhelaasal te dikwijls veel invloed
uitoefenen op de anderen; van daar dan ook, dat in de meeste Euro-
peesche staten het stelsel van ''eenzame opsluiting,11 meer en meer
wordt toegepast. Hoe meer verveling, hoe beter!
Ook in ons Indisch leger wil, of liever wilde, men deze toepas
sing; alg. ord. van 1845 No. 2 8 C 2 zegt immers
"Bij displinaire opsluiting van militairen zal het cellulaire stelsel
worden toegepast11
Ja! zoo moest er staan, doch men heeft een slag om den arm
gehouden, door er bij te voegen: //naar de localiteit toelaat."
Rationeeler zou het geweest zijn, indien men hadde voorgeschre
ven //dat er overal localen moeten worden daargesteld ten einde
dit stelsel naar behooren te kunnen toepassen."
Een kwart-eeuw is er dus ruim verstreken sedert de uitvaardiging
van bedoelde algem. order en nog zijn op de meeste plaatsenwe
kunnen bijna zeggen: //op alle plaatsen", de localen hiertoe onvol
doende. Wij begrijpen zeer goed, dat de //geldkwestie" hiervan de
voornaamste oorzaak isdoch in eene zoo gewichtige aangelegenheid
als de onderhavige moest hieraan niet gedacht worden. Zoo ooit,
dan moest er thans met spoed worden overgegaan tot het daarstel-
len der noodige localen; nu toch wordt er, méér dan vroeger,
ach en wee geroepen over het verval der discipline, een geroep,
dat trouwens onzes inziens niet van overdrijving is vrij te pleiten.
Hoe dit ook zij, door het gemis van de benoodigde localen vervalt,
volgens onze meening, van zelf veel van de doelmatigheid der straf
in kwestie, omdat ze nu niet aan haar doel kan beantwoorden.
Deze onze redeneering geldt ook van de Inlandsche gegraduëerden
omdat deze, in den regel, toch méér ontwikkelde en betere denk-