Bij de meeste korpsen is de strengere straf-cursus van niet veel beteekenis, en toch, gelooven wij, vermindert sedert jaren het getal militairendat in de 2ae kl. v. mil. disc, geplaatst wordt. Werd en wordt zulks veroorzaakt door de verbetering van het gehalte onzer soldaten P Dit durven wij niet beweren of aannemen 't zou ook met grond kunnen worden tegengesprokenmaar veeleer houden wij 'ter voor, dat er sedert een paar jaren niet meer zoo lichtvaardig tot die plaatsing is overgegaanen nu vooraf meer al les wordt beproefd om den man tot inkeer en beterschap te brengen. Er zijn lieden, die beweren willen, dat de oorzaak dezer vermin dering voor een groot gedeelte ook zou te vinden zijn in het denkbeeld van sommige korps-chefs: '/dat men niet gaarne ziet, er veel militairen in de 2de kl. van milit. disc, zijn"daarom zouden eenige misslagen vergoelijkt en minder zwaar bestraft worden. Wij voor ons nemen dergelijke redeneering niet aan, zij strijdt met onze opvatting van plichtbesef en zelfstandigheid van eiken chef. Zulk eene denkwijze en handeling zouden immers de duide lijkste bewijzen leveren van//zwakheid en ongegronde vreesdat werkelijk goede, militaire handelingen, gebaseerd op rechtvaardigheid en menschkundige beoonieeling; handelingennoodig tot instandhou ding van orde en tucht, geen goed onthaal zouden vinden bij de hoogeren in rangdeze vrees mag niet worden gevoeldze zou een blaam werpen op de rechtvaardigheid en het beter oordeel der hooggeplaatste chefs. Dat niet alle chefs steeds eveneens dachten omtrent het plaatsen in de 2de kl. v. mil. disc, blijkt reeds uit de alg. order van 1845 No. 3 11, waar wij lezen //Vermits gebleken is, dat militairen niet in de 2(le klasse wor den geplaatst, in weerwil dat hun strafregister bewijst, dat ze daar in behoorden te zijn, hetgeen daarenboven leidt tot gelijkstelling van de zoodanigen, met degenen, die hun dienst loffelijk volbren gen zoo worden de chefs van wapens uitgenoodigddaartegen te waken en deswege verantwoordelijk gesteld." Bij het beschouwen der doelmatigheid van de plaatsing in den strengeren straf-cursus, stuiten we telkens op huishoudelijke voor schriften welke door ons moeten worden opgevolgdzoolang wij niet als rechters optreden. In dit laatste geval moet de wet alleen onze richtsnoer zijn. Tal van bepalingen isdoor de opvolgende leger-kominandanten 338

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 346